De teamleider van Kennemer Combinatie 1 tekent bezwaar aan tegen het onreglementaire handelen van de teamleider van Pathena Rotterdam op bord 9.
Het betreft de wedstrijd in de 3e ronde op 4 november 2017 in de Meesterklasse
Ik heb kennis genomen van :
Ontvankelijkheid:
Het bezwaar is aangegeven op het wedstrijdformulier en tijdig volgens artikel 21.3 van het KNSB-competitiereglement ingediend. Het is derhalve ontvankelijk.
Samenvatting van de gebeurtenissen:
Over de gebeurtenis is geen onenigheid. Beide teamleiders melden dat op bord 9 door de teamleider van PR1 vlagval is geconstateerd en dat hij dit heeft medegedeeld aan de spelers die op dat moment in tijdnood zaten. De speler van KC1 was bezig met zijn 40e zet.
De onafhankelijke wedstrijdleider stelt dat hij wel van de gebeurtenis kennis heeft genomen, maar dat hij zelf niets heeft waargenomen.
Het bezwaar:
De teamleider van KC1 vraagt om passende maatregelen tegen de teamleider van PR1. Het resultaat op bord 9 wordt niet betwist.
Overwegingen:
Artikel 12.7 van de FIDE-regels stelt dat alleen de spelers en de arbiter zich mogen bemoeien met de wedstrijd.
Door het KNSB-Competitiereglement wordt een aparte functie voor een teamwedstrijd genoemd: namelijk de teamleider. De teamleider mag de spelers adviseren. De bevoegdheden van de teamleider zijn zeer specifiek omschreven in het reglement.
Artikel 32 van het KNSB-Competitiereglement stelt expliciet dat een teamleider zich dient te onthouden van elke bemoeienis gedurende het spel.
De teamleider heeft door zijn gedraging op bord 9 zijn bevoegdheden van teamleider en toeschouwer overschreden. Dit is een zeer ernstige overtreding die elementair is in het schaakspel en algemeen door schakers wordt aanvaard.
Tot slot neem ik voor de beoordeling van dit bezwaar mee de beslissing van de Commissie van Beroep in zaaknummer 0809-3 d.d. 18 maart 2009. In deze uitspraak werd een teamlid bestraft die vlagval constateerde in een partij en dit meldde. Het moment van de overtreding en het gevolg voor de teamwedstrijd is afwijkend, zodat ik van mening ben dat een iets lichtere straf op zijn plaats is.
Besluit:
De teamleider van Pathena Rotterdam 1 wordt een voorwaardelijke schorsing opgelegd van drie wedstrijden, waarbij hij niet als teamleider mag fungeren en niet aanwezig mag zijn bij de wedstrijd, ongeacht functie, in het spelersgebied.
De proeftijd bedraagt een tijdspanne van drie jaar, welke ingaat op de dag van bekendmaking van deze uitspraak.
De onvoorwaardelijke schorsing gaat in op het moment dat een wedstrijdleider een overtreding van de desbetreffende teamleider constateert, met betrekking tot de spelregels ten aanzien van het gedrag van de spelers en teamleider, en de competitieleider dit bekrachtigt.
Hoogachtend,
Paul Peters 8 november 2017
KNSB-competitieleider