Tussen de GrandPrix-toernooien en seniorentoernooien zit een gat.
Die toernooien zijn vaak een heel weekend of nog langer, en niet iedereen heeft
daar de tijd voor. De partijen zijn ook veel langer dan die bij de GrandPrix.
En de tegenstanders zijn wel heel erg oud.
Anderzijds zijn de spelers bij de GrandPrix vaak erg jong, en steeds dezelfde tegenstanders, en de partijen zijn erg kort.
Tussen de GrandPrix en seniorentoernooien hebben we nu de Super-GP. Dat is een cyclus van toernooien, in verschillende regionale bonden. Om andere spelers te treffen van jouw leeftijd, jouw speelsterkte. Zo werkt het:
Ook de Haagse en Leidse Jeugdweekendtoernooien tellen mee voor de Super-GP-cyclus.