Beslissing van de Commissie van Beroep van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond
Zaaknummer 0708-3
1. |
Inleiding |
||||||||||||||||||
Bij brief van 23 november 2007, bij de KNSB binnengekomen op 27 november 2007, heeft Veenendaalse Schaakvereniging, verder te noemen Veenendaal, tijdig - binnen de in het Competitiereglement opgenomen beroepstermijn van 2 weken - beroep aangetekend tegen de beslissing van de Competitieleider van 14 november 2007. Bij het beroepschrift zijn drie stukken gevoegd:
Het bestuur van Schaakvereniging P.I.O.N., verder te noemen PION, heeft bij brief van 14 december 2007 op het beroepschrift gereageerd. Verder heeft de Commissie van Beroep kennis genomen van de beslissing van de Competitieleider van 14 november 2007 en de stukken waarover de Competitieleider beschikte. Deze stukken zijn de volgende:
De Commissie van Beroep heeft nader onderzoek gedaan. Zij heeft kennis genomen van een verslag van E.C.A. de Beule dat is geplaatst op de website van BSV. Verder heeft zij als getuigen gehoord, merendeels telefonisch, de volgende spelers van BSV: E.A.C. de Beule, H.T.H. Hofstra, M.S. van Lelieveld, C.G. van Oosterwijk en M.R. Pauw. Ook heeft zij de door PION aangewezen wedstrijdleider D. Arts telefonisch gehoord. |
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
De Commissie van Beroep
Aldus vastgesteld op 31 januari 2008 door A.A. Schuering, Th.M.M. Van Beekum en E.M.M. Roosendaal, leden van de Commissie van Beroep, en namens de leden van de Commissie van Beroep ondertekend door A.A. Schuering |