In de KNSB 2e klasse C wedstrijd Bergen op Zoom - AAS van 3 november 2007 is de AAS-speler van bord 6, dhr. W. Moene, door de onafhankelijke wedstrijdleider, dhr. F. Peeters betrapt op het gebruik van Pocket Fritz.
Ik heb kennis genomen van het wedstrijdformulier, het rapport en een toelichting van de wedstrijdleider en een toelichting van de nieuwe teamleider (sinds 5 november 2007) van AAS, dhr. B. de Leur.
Over het volgende is iedereen het eens:
De heer Moene was met toestemming buiten de speelzaal om wat frisse lucht op te zoeken. De wedstrijdleider is de heer Moene buiten de speelzaal gevolgd en heeft hem betrapt op het gebruik van Pocket Fritz, waar op dat moment de partij van de heer Moene in beeld stond. Op grond daarvan is een reglementaire nul uitgedeeld, waarmee de heer Moene (ook als toenmalige teamleider van AAS) akkoord ging.
Waar men het niet over eens is, is of de Pocket Fritz gebruikt werd om de partij te analyseren en een goede zet te vinden of alleen om de gespeelde zetten in te voeren. De wedstrijdleider zegt dat de Pocket Fritz wel degelijk voor de analyse van de partij werd gebruikt. De speler zegt dat hij alleen de zetten invoerde.
Ik neem in overweging dat:
De wedstrijdleider volgens artikel 12.2 en 13.4.d van de FIDE-regels de partij verloren heeft verklaard en mijns inziens dat ook terecht heeft gedaan. De partij is dan echter niet reglementair verloren, maar "gewoon" verloren, hetgeen betekent dat de uitslag voor de rating meetelt.
Verder neem ik in overweging dat het gebruik van Pocket Fritz tijdens de partij, zoals eerder gezegd, volgens artikel 12.2 van de FIDE-regels ten strengste verboden is. Of het nu voor analyse is of alleen voor invoer van de zetten. Dit gaat zover in tegen de basisregels van het schaakspel dat ik vind dat artikel 20.3 van het KNSB-competitiereglement toegepast moet worden. Dit luidt: "Als een speler of een teamleider de spelregels van de Wereldschaakbond (FIDE) of het KNSB-competitiereglement heeft overtreden, is de competitieleider bevoegd deze persoon voor een bepaalde periode uit te sluiten van betrokkenheid als speler en/of teamleider bij KNSB-competitiewedstrijden. Deze periode kan niet langer zijn dan tot het einde van het lopende seizoen vermeerderd met drie seizoenen. Als een speler of teamleider van een dergelijke beslissing van de competitieleider in beroep gaat bij de Commissie van Beroep, is de tenuitvoerlegging van deze sanctie geschorst vanaf het moment van instellen van beroep tot de uitspraak van de Commissie van Beroep."
Mijn beslissing is derhalve:
1) De partij blijft verloren verklaard, maar niet reglementair.
2) De heer Moene wordt op grond van artikel 20.3 van het KNSB-competitiereglement vanaf heden tot aan het eind van het seizoen 2009-2010 geschorst als speler en/of teamleider bij KNSB-competitiewedstrijden.
Hoogachtend,
R. Bleeker
KNSB-competitieleider