De piepende klok
Over het protest van Haren tegen de beslissing van de arbiter om bij de partij aan het eerste bord van de wedstrijd ESGOO 2 – Haren (in de eerste ronde van de 3e klasse A) niet in te grijpen,
wil ik het volgende opmerken:
Ik heb kennis genomen van:
Het betreft de partij op bord 1 tussen P. van Linde (Haren) met wit en H. Bernink (ESGOO II) met zwart.
Over het verloop van de gebeurtenissen zijn geen meningsverschillen.
Er werd gespeeld met nieuwe klokken, de DGT 2010.
Tegen het einde van de eerste speeltijd zijn beide spelers in tijdnood. Op enig moment, wanneer de witspeler zijn 37e zet wil gaan doen en hij nog 10 seconden heeft geeft de klok een piepsignaal.
Geen van beide spelers zet de klok stil om een claim in te dienen bij de arbiter. Integendeel, er wordt doorgespeeld.
De piep herhaalt vanaf 5 seconden voor vlagval en geeft iedere seconde een piepsignaal.
Wit staat mat nog voor het vallen van de vlag.
Haren protesteert tegen het niet ingrijpen door de arbiter.
Overwegingen:
Conform artikel 5.1 is de partij gewonnen door de speler die de koning van de tegenstander heeft matgezet.
Nadat er een uitslag is overeengekomen kan men zich niet meer beroepen op gebeurtenissen eerder in de partij .
Het piepen van de klok is een afleiding voor beide spelers. Ik vind niet dat er gesteld kan worden dat een speler er meer last van heeft, enkel om het feit dat hij minder tijd heeft. Voor het indelen van tijd is de speler zelf verantwoordelijk en niemand anders.
Bij verstoring van buiten mag de arbiter extra speeltijd toekennen.
Volgens de lezing van de arbiter heeft hij de klok correct ingesteld.
Volgens de spelers hebben zij niet aan knoppen gezeten om het ‘sound-on’ te activeren.
Besluit.
Aangezien schaakmat de partij beëindigd, en er door beide spelers niet gedurende de partij een claim betreffende de piepende klok is ingediend, wijs ik het protest van Haren af.
De uitslag van partij als van de wedstrijd blijft gehandhaafd.
Peter de Jong,
competitieleider 29 oktober 2008