Over het protest van VAS II tegen de beslissing van de arbiter om de partij aan het derde bord van de wedstrijd VAS II – Groningen II (in de eerste ronde van de 2e klasse A) door te laten spelen,
En
Over het protest van Groningen II tegen de beslissing van de arbiter om de betreffende partij in een later stadium te staken
wil ik het volgende opmerken:
Ik heb kennis genomen van:
Het betreft de partij op bord 3 tussen M. Riemens (Groningen II) met wit en M. van der Eijk (VAS II) met zwart.
Over het volgende is men het eens:
Van der Eijk is aan zet, hij denkt na over zijn 22e zet. Riemens is niet aan het bord, hij kijkt toe op enige afstand. Dan op enig moment raakt Van der Eijk zijn c-pion aan. Even later doet hij een zet met een Loper.
De uitleg van de actie is echter verschillend:
Versie witspeler (Riemens):
Van der Eijk raakt zijn c-pion aan en laat hem daarna weer los. Even later speelt hij een zet met een ander stuk. Ik wijs hem erop dat hij zijn c-pion heeft aangeraakt en er daarom mee moet zetten. Omdat Van der Eijk daar niet op reageert heb ik de wedstrijdleider er bij geroepen.
Versie zwartspeler (Van der Eijk):
Ik wilde de pion op c7 rechtzetten. Ik heb oogcontact met Riemens gemaakt, en op overdreven wijze de pion achterwaarts teruggezet. (De heer Van Dongen (VAS) voegt nog toe dat er sprake is van een duidelijk j’adoube-gebaar.) Na deze handeling is Riemens direct aan het bord gaan zitten. Nadat ik Lc8 speelde gaf Riemens te kennen dat ik de c-pion moest spelen aangezien ik die had aangeraakt, zonder j’adoube te zeggen. Ik ben van mening dat ik dat niet kon zeggen aangezien Riemens niet aan het bord was, maar op ruim een meter afstand stond te kijken.
Uit het verslag van de wedstrijdleider blijkt dat Van der Eijk heeft toegegeven de pion te hebben aangeraakt, zonder daarbij het j’adoube uit te spreken, aangezien zijn tegenstander niet te zien was.
De wedstrijdleider besluit vervolgens dat de partij dient te worden voortgezet door het spelen van de bewuste pion.
De partij wordt voortgezet vanuit de stelling waarin Van der Eijk de pion aanraakte. De klok van Van der Eijk wordt in werking gezet.
Van der Eijk neemt plaats achter het bord maar staat na ongeveer 10 minuten weer op en geeft bij de arbiter aan dat hij niet akkoord is met diens beslissing. De wedstrijdleider besluit de wedstrijd te staken, hij zet de klok stil en noteert twee streepjes op het uitslagenformulier.
Van der Eijk tekent protest aan tegen de beslissing (voortzetten door het uitvoeren van de zet met de c-pion) van de wedstrijdleider.
Overwegingen:
Volgens artikel 4.2 van de FIDE-regels mag de aan zet zijnde speler stukken rechtzetten onder voorwaarde zijn bedoeling daartoe eerst kenbaar te maken. (bijvoorbeeld door te zeggen: j’adoube)
Volgens artikel 4.3a van de FIDE-regels moet de speler wanneer hij, behoudens het bepaalde in art. 4.2, opzettelijk op het bord een stuk aanraakt, zetten met dat stuk.
Het gaat er om in art. 4.2 dat de bedoeling van rechtzetten kenbaar wordt gemaakt dmv bijvoorbeeld de alom bekende opmerking j’adoube. Over een door de heer Van Dongen opgemerkt j’adoube-gebaar is niets gesteld. Er bestaat ook geen j’adoube-gebaar.
Naar mijn mening sluit art. 4.3 slechts het per ongeluk aanraken uit.
Het verslag van Van der Eijk en zijn opmerking aan de wedstrijdleider uit diens verslag zijn niet met elkaar in overeenstemming. Van der Eijk stelt zelf dat hij oogcontact maakte met Riemens. In de versie van de wedstrijdleider zegt Van der Eijk dat zijn tegenstander niet te zien was.
Van der Eijk wilde de mensen rondom niet storen door j’adoube uit te spreken. Dit is echter onoverkomelijk. Een remise-aanbod wordt ook uitgesproken. Wanneer Riemens op een afstand van ongeveer een meter zou zijn, hoeft het niet luid te worden uitgesproken, het wordt wel gehoord.
Uit de omschreven situatie blijkt in alle lezingen dat Van der Eijk bewust zijn c-pion aanraakte. Dat is opzettelijk vastpakken conform artikel 4.3
Nadat de wedstrijdleider de partij liet voortzetten, ging Van der Eijk aan zijn bord zitten. Na ongeveer tien minuten besloot hij alsnog te protesteren tegen de beslissing van de wedstrijdleider. Van der Eijk moest nog steeds de pionzet uitvoeren en had ondertussen nog maar drie minuten voor 19 zetten.
Nadat Van der Eijk kenbaar maakt het niet eens te zijn met de beslissing van de wedstrijdleider zet deze de klok stil en staakt de partij. Dat vind ik niet zo’n gelukkige actie. Het niet willen spelen van de speler is volledig voor rekening van de speler zelf. De tegenstander mag daar niet de dupe van zijn.
Groningen II heeft bij monde van teamleider Houtman geprotesteerd tegen het stilzetten van de klok. Tevens verzoekt de heer Houtman het punt toe te wijzen aan Groningen II.
Indien de wedstrijdleider de klok niet had stilgezet zou de zwartspeler op tijd hebben verloren, omdat hij geen zet meer ging doen.
Beslissing:
Het protest van VAS II tegen de beslissing van de wedstrijdleider, de partij voort te zetten met het spelen van de pion, wijs ik af.
Het protest van Groningen II tegen de beslissing van de wedstrijdleider om de klok stil te zetten wijs ik toe.
De uitslag van de partij wordt veranderd van 0-0 in 1-0 en de uitslag van de wedstrijd VAS II – Groningen II wordt hierdoor veranderd van 5-2 in 5-3.
Hoogachtend,
Peter de Jong 5 oktober 2008
KNSB-competitieleider.