LSG heeft protest ingediend tegen de speelomstandigheden bij Voerendaal op 27 september 2014. Dit protest is echter geen bezwaar volgens artikel 21.3 tegen een beslissing van de wedstrijdleider, aangezien men het met de beslissing van de wedstrijdleider eens is. Het zal daarom worden behandeld als klacht. De wedstrijd Voerendaal 2 - Veldhoven werd in dezelfde zaal gespeeld. De wedstrijd Voerendaal 3 - De Combinatie werd in een andere zaal in hetzelfde gebouw gespeeld.
Ik heb kennis genomen van:
De klacht:
De speelomstandigheden waren, zeker voor een wedstrijd in de meesterklasse, zeer slecht.
Feiten:
Iedereen is het eens over wat er aan de hand was, kort samengevat:
De eis:
Geen bezwaar tegen de uitslag, maar het moet voorkomen worden dat zoiets vaker gebeurt.
Overwegingen:
In artikel 29 van het KNSB-competitiereglement staat:
"De wedstrijdleider beslist of de speelomstandigheden voldoende zijn."
In artikel 12.2 van de FIDE-regels staat:
" De arbiter moet er voor zorgen dat goede speelomstandigheden worden gehandhaafd."
De arbiter heeft, in overleg met de teamleiders, besloten dat er doorgespeeld moet worden.
Zulke slechte speelomstandigheden zijn zeer onwenselijk. Voerendaal is het daar mee eens en heeft zich verontschuldigd. Voerendaal heeft de rest van het seizoen de beschikking over de grote zaal en gaat met de beheerder proberen te regelen dat er geen samenvallende evenementen met geluidsoverlast zijn.
Besluit:
Dit is een officiële waarschuwing voor Voerendaal dat zoiets niet nog eens mag voorkomen. Indien dit toch gebeurt en zeker wanneer de wedstrijd gestaakt moet worden, dan is dit een onvoorzien geval volgens artikel 2.1 en kan ik analoog aan artikel 28.3 een straf uitdelen van 2 matchpunten in mindering en/of een boete.
Hoogachtend,
Ron Bleeker 17 oktober 2014
KNSB-competitieleider