DSC Delft 2 tekent bezwaar aan tegen het niet correct ingrijpen van de wedstrijdleider op bord 7.
Het betreft de wedstrijd in de vierde ronde op 26 november 2016 in klasse 2D.
Ik heb kennis genomen van:
Ontvankelijkheid:
Het bezwaar is aangegeven op het uitslagformulier en tijdig volgens artikel 21.3 van het KNSB-competitiereglement ingediend. Het is derhalve ontvankelijk.
Samenvatting van de gebeurtenissen:
Beide betrokken spelers waren tevens teamleider.
Visie DSC Delft 2 speler:
Visie van de wedstrijdleider:
Aanvulling Vianen/DVP speler:
Het bezwaar:
De speler van DSC Delft 2 vraagt voortzetting van de partij na de 29e zet van zwart en maatregelen tegen de betrokken wedstrijdleider.
Overwegingen:
In artikel 6.10.a van de FIDE-Regels staat:
"Een schaakklok met een kennelijk gebrek moet worden vervangen door de arbiter, die met uiterste zorgvuldigheid moet bepalen welke tijden er op de vervangende schaakklok moeten worden aangebracht."
Artikel 12.5 van de FIDE-Regels luidt:
"De arbiter mag een of beide spelers extra bedenktijd toekennen bij een van buiten komende verstoring van de partij."
Er was een verstoring van buiten de partij, dus de wedstrijdleider mocht beide spelers extra tijd geven. Dat vind ik ook een goede beslissing. De wedstrijdleider heeft daarom mijns inziens correct gehandeld.
Besluit:
Ik verwerp het bezwaar van DSC Delft 2, de partij blijft verloren voor DSC Delft 2 en de uitslag van de wedstrijd Vianen/DVP - DSC Delft 2 blijft 6-2.
Hoogachtend,
Ron Bleeker 12 december 2016
KNSB-competitieleider