door Peter Boel
 
We sluiten een mooi seizoen af met een levendige ronde, een goede inzending en… natuurlijk een Bosboom-partij. Maar de winnaar van deze laatste ronde werd Jan Werle, die collega-grootmeester Vitaly Kunin naar de keel vloog met een behoorlijk riskant aanvalsidee. Werle wint daarmee een boek waarin het aanvalsschaak uitbundig gevierd wordt: Strike Like Judit! van Charles Hertan – de New In Chess Schoonheidsprijs voor de slotronde van dit seizoen. We zien uw mooie partijen vanaf september graag weer!
 
De winnaar kwam uit de wedstrijd tussen Pathena Rotterdam en Groningen Combinatie. Groningen, dat al was gedegradeerd, deed zijn sportieve plicht en daarvan werd de Rotterdamse tegenstander het slachtoffer.
“Een mooie en krachtige partij,” vond Hans Ree.
 
Werle – Kunin
1.d4 e6 2.c4 Lb4+ 3.Ld2 a5 4.Pc3 Pf6 5.e4 d5 6.e5 Pe4 7.Pf3
Dit oogt logisch en scherp, maar lijkt nog nooit eerder gespeeld te zijn. Doorgaans haalt wit de spanning eruit met 7.Pxe4 of 7.a3.
7…0–0 8.a3 Lxc3 9.bxc3

 
9…b6
9…f6!? is directer en had zwart nogal wat ellende kunnen besparen.
10.Ld3 Pxd2 11.Dxd2 dxc4 12.Le4!?
Werle gaat ervoor! “Een interessant avontuur,” aldus Grooten. “Hij heeft het vizier gericht op de enigszins verlaten zwarte koning.”
12…Ta7 13.Pg5 f5!?
Grooten vond dit ‘wat paniekerig’. Op de standaardreactie 13…h6 zal Werle 14.h4 hebben gepland. Ree noemde nog 14.Ph7  waarop zwart 14…Dh4! moet vinden – niet te moeilijk voor een grootmeester.
14.exf6 gxf6 15.Lxh7+!? Kg7 16.h4

 
De pointe. Blijf daar maar eens cool bij met zwart!
16…Th8
Na 16…fxg5 17.hxg5 (dreigt 18.De3) 17…e5! (dekt het belangrijke veld h3) 18.De3 (Grooten geeft 18.f3! om de koning stevig op f2 te zetten) 18…Dd6 (18…Pc6 19.Td1 Dd6 20.Kf1± Grooten) is 19.Th6! (19.dxe5 Dc5) sterk voor wit, bijvoorbeeld 19…exd4 20.De4 Tf4 21.Tg6+! Kf7 (21…Kxh7 22.Th6+ Kg8 23.Dh7+) 22.De2 Dc5 23.Tg8 met een winnende aanval.
17.Dc2

 
17…c6?
Hier moest beslist 17…De8 gebeuren. Er kan volgen: 18.0–0–0 en nu:
A) 18…fxg5 19.hxg5 Lb7 20.Tde1 met een permanente aanval doordat de zwarte stukken op een kluitje op de damevleugel blijven staan;
B) 18…Dh5 19.g4 Dh6 20.f4 Txh7 21.Pxh7 Dxh7 22.De2 met duidelijk prima compensatie omdat de zwarte koning kwetsbaar blijft.
18.Dg6+ Kf8 19.Dh6+ Tg7

 
Hierop had Kunin blijkbaar vertrouwd, maar hij had misschien een zet te ondiep gerekend.
20.Th3!
De laatste reserves rukken op. Natuurlijk gaat 20…fxg5 niet wegens 21.Tf3+ Ke7 22.Dxg7+.
20…Pa6 21.Tf3 f5 22.Kf1!
Nu komt de tweede toren er ook nog bij en is er geen houden meer aan.
22…Pc7 23.Te1 c5
Op 23…Ld7 geeft Grooten een grappige weerlegging: 24.Txf5+! exf5 25.Dd6+ Te7 26.Df6+ en mat.
24.d5!
“Een fraaie manier om de samenwerking tussen de zwarte stukken te verstoren,” schrijft Grooten. Open die lijnen!
24…exd5 25.Tfe3 Thg8 26.Te7
Alles is hier uit, de tekstzet dreigt mat op f7 of f6. Zwart gaf op.
 
“Een voortreffelijk gevoerde strategische partij”, schreef Grooten over de volgende kandidaat, en “Een modelpartij voor wie wil weten hoe de Versnelde Draak moet worden aangepakt. De Braziliaanse grootmeester zet zijn tegenstander met logische zetten al snel onder druk”. “Ik heb er van geleerd,” voegde Ree toe. Ook dit was een zeer belangrijke partij, want door de krappe winst op de Bosschenaren handhaafde MuConsult Apeldoorn zich in de Meesterklasse.
 
Fier – Ondersteijn
1.Pf3 g6 2.c4 c5 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pc6 5.e4 Pf6 6.Pc3 Pxd4
Gebruikelijk is natuurlijk 6…Lg7 maar in deze stellingen maakt het allemaal niet zo veel uit, ook niet het feit dat wit met zijn dame straks een tempo moet verliezen. Het is pas op zet 10 dat zwart kan kiezen uit allerlei plannen.
7.Dxd4 d6 8.Lg5 Lg7 9.Dd2 0–0 10.Ld3 a5
Zwart heeft nu de paarden al geruild, maar hier had hij ook een andere opstelling kunnen kiezen met 10…b6.
11.b3 Ld7 12.0–0 Lc6 13.Tae1 Pd7 14.Lc2 Pc5

 
15.h4
Of direct 15.Pd5. De tekstzet is vrij ambitieus, een echte ‘knaagzet’; zwart moet steeds naar links blijven kijken. En (spoiler alert) dan komt de klap van de andere kant.
15…Dd7 16.Pd5 Tae8 17.h5 f6?!
Niet echt lekker. Wellicht bood de tegenstoot 17…b5 betere kansen.
18.Lf4 e5 19.Le3 Dd8 20.h6 Lh8
“Het is duidelijk dat de zwartspeler het zwaar heeft”, schrijft Grooten.
21.Td1 b6
21…f5!? 22.Lg5 Dd7 23.exf5 gxf5 ziet er actiever uit, hoewel de zwarte koning ook last krijgt van tocht.
22.a3
Een systematische aanpak. Wit dringt zwart terug en brengt tegelijk zijn loper in stelling.
22…Tf7 23.b4 axb4 24.axb4 Pd7

 
25.Lb3! f5 26.exf5 gxf5 27.Lg5 Db8

 
28.c5!
Zwart geeft op. De simpele pointe op de volgende zet is 29.Pe7+ en zwart verliest materiaal vanwege de penning over de a2-g8 diagonaal. Een goede grootmeester kan het allemaal zo simpel doen lijken!
 
Ook GM Wouter Spoelman kandideerde zich weer. Maar de jury vond de volgende partij iets minder inhoudsrijk dan de vorige twee.
 
Spoelman – Van Wessel
1.c4 e5 2.Pc3 Lb4 3.Pd5 Le7 4.d4 d6 5.e4 Pf6 6.Pxe7 Dxe7 7.f3 c5
So far so good. Vaker houdt zwart de stelling open met 7…e5xd4 maar met de tekstzet stuurt Van Wessel aan op een soort Schmid Benoni/Koningsindiër zonder slechte zwartveldige loper.
8.d5 Ph5 9.Le3 g6
Maar na deze en de volgende zet gaat hij het gemis van die loper toch voelen; misschien 9…0–0!?.
10.Dd2 f5 11.Lg5 Df7 12.exf5 gxf5 13.Ld3 Tg8

 
14.g3!
Impliceert een dubbel pionoffer.
14…f4 15.Lh4 fxg3 16.hxg3 Pxg3 17.Lxg3 Txg3 18.Pe2! Txf3

 
19.Le4?!
Volgens Grooten gaf 19.Pc3! hier al groot voordeel: 19…Lf5 20.Lxf5 Txf5 (20…Dxf5 21.Pb5 Kd7 22.0–0–0 a6 23.Da5) 21.Pe4 Df8 22.Dh2 Pa6 23.Dh3 (dreigt 24.Dxf5) 23…Td8 24.Ke2! gevolgd door 25.Taf1 met een heel nare aanval.
19…Tf6 20.Pg3

 
Wit dreigt 21.Ph5, dus zwart had hier iets als 20…Lg4 moeten proberen, of gaan staan met 20…Dg8 21.Ph5 Tf7. Maar dat zijn vrij abstracte computervarianten. Van Wessel kiest voor een drastische oplossing.
20…Tg6? 21.Lxg6 Dxg6 22.De3 Pa6 23.a3
Wit staat klaar voor 24.Th6 en een inval op d6. Van Wessel probeert met een woeste damezet in troebel water te vissen:
23…Dc2? 24.Pe4 Dxb2

 
25.Pxd6+ Kd7 26.Txh7+!
Natuurlijk.
26…Kxd6 27.Dh6+ Le6 28.Dxe6#
 
Jasper Geurink won in de belangrijke wedstrijd tussen Pathena Rotterdam en Groningen Combinatie een uitstekende partij van grootmeester Reinderman, en zond deze zelf in met commentaar, maar helaas: een uitstekende partij betekent nog geen schoonheidsprijs.
Een nederlaag van een van de all-time topscorers van Rotterdam, mede waardoor Pathena degradeerde na een zeer lang verblijf in de hoofd-/meesterklasse. Grooten: “Een overwinning van een lager geklasseerde speler op een goede grootmeester. Toch had zwart vanaf het begin het betere van het spel, daarna kwam hij in een wat passieve stelling terecht en toen hij het eindspel van een goed paard tegen een slechte loper moest verdedigen ging hem dat niet zo goed af.”
De jury had waardering voor de goede techniek van wit, maar vond dat niet voldoende voor de schoonheidsprijs.
 
Geurink – Reinderman
(commentaar Jasper Geurink, tenzij anders aangegeven)
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d3 d5 4.De2 Pf6 5.g3 Pc6 6.Lg2 Le7 7.0–0 b6 8.e5 Pd7 9.h4 h6 10.h5
10.c4!? d4! (10…Pf8 11.h5+=) 11.Pfd2! (11.h5 =) 11…Lb7 12.f4 Dc7 13.h5+=
10…Lb7 11.Te1 Dc7 12.a3?! 0–0
12…0–0–0 De kansen van zwart liggen op de koningsvleugel: 13.c4!
A) 13.b4 cxb4 14.axb4 Lxb4 15.c3 Le7 16.d4 Pa5=+;
B) 13.c3 g5 14.hxg6 fxg6 15.d4 g5 16.Le3 g4 17.Pfd2 h5 met goed tegenspel;
C) 13.Pc3 a6;
D) 13.c4! d4 14.b4 cxb4 15.axb4 Lxb4 16.Ld2 Lxd2 (16…a5 17.Lxb4 axb4 18.Pbd2 Pc5 19.Teb1 met compensatie) 17.Pbxd2 Pc5 18.Teb1 a5 19.Pb3 Pxb3 20.Txb3 Pb4 21.Pe1 is onduidelijk.
13.c3 Tfe8
13…Tfc8!? lijkt het nauwkeurigste: 14.d4 Lf8 15.Lf4 a5 (15…cxd4?! 16.cxd4 a5 17.Pc3! – een bekend motief) 16.g4 a4 17.De3 Pa5 (17…cxd4! 18.cxd4 Pa5 19.Pc3 (19.Pbd2! Dc2 20.Teb1 La6 21.Pe1 Dh7 22.Tc1 met een echte Catalaan naar Bologan waarin wit iets beter staat, aldus Sipke Ernst na afloop) 19…Pc4 20.De2 La6!) 18.Pbd2 cxd4 19.Pxd4!+=
14.Lf4 Lf8 15.d4 a5 16.Pbd2
16.De3! a4 17.g4 Tac8 (17…Pa5 18.Pbd2 cxd4 19.Pxd4!; 17…cxd4 18.cxd4 Pa5 19.Pc3!) 18.g5 cxd4 19.cxd4 Pe7 20.Lh3 hxg5 21.Lxg5 Dc2 22.Lxe7! Lxe7 (22…Txe7 23.Pbd2 Dxb2 24.Kh2 Tc3 25.Df4 en Tg1, met initiatief) 23.Pbd2 en wit heeft het initiatief.
16…La6 17.De3 Tac8

 
18.Lh3?!
Simpel; wit moet Lh3 en Lf1 erin houden, en g2-g4 moet sowieso gespeeld worden. Lh3 is weer zo’n Yge Visser-zet in de KIA. Voorwaarde voor beter worden: emancipatie van je vroegere vooroordelen (eigen of aangepraat).
18.g4! cxd4 (18…a4 19.Tac1) 19.cxd4 Pe7 (19…a4 20.Tac1 Db7 21.g5 Pe7 22.Lh3 met initiatief) 20.Teb1 Dc2 21.Pe1 Dh7 22.Tc1+=
18…cxd4 19.cxd4 Pe7 20.Teb1 Dc2 21.Pe1 Dh7 22.Pdf3 Pc6
22…g5! 23.hxg6 Pxg6 24.Tc1 Pxf4 25.Dxf4 (25.gxf4!+=) 25…h5 26.Pg5 Dg6 27.Pef3 Lh6=+
23.Dd2
Na lang nadenken. Wit bereidt b2-b4 voor en ontkracht …De4. Mark Dvoretsky: “Die zetten zijn het beste die de eigen plannen doorvoeren en de plannen van de tegenstander verhinderen”, of zoiets.
23…De4 24.b4 axb4 25.axb4 Lb5 26.Tb2! Ta8 27.Tc1
27.Tab1 Ta4=+
27…Ta4

28.Txc6!! Lxc6 29.Lf1! Ta3
29…Ta1 was, aldus Grooten, ietsje beter omdat nu 30.Ld3?? faalt op 30…Dxf3: 30.Kg2 en nu:
A) 30…Dh7 31.Ld3 Dh8 32.g4 met compensatie;
B) 30…Df5 31.Ph4 Dxh5?? (31…De4+ =) 32.Le2;
C) 30…Txe1 31.Dxe1 Dxe1 32.Pxe1+=
30.b5 Lb7 31.Ld3 Txd3 32.Dxd3 f6 33.Te2 Dxd3 34.Pxd3 Kf7 35.Ph4 Ta8 36.Pg6 f5 37.Pxf8 Pxf8 38.Tc2 Lc8?? 38…Tc8 39.Ta2 Ta8 40.Txa8 Lxa8 41.Pb2 Pd7 42.Pa4+=
39.Tc7+ Ld7 40.Ld2 Kg8
40…Ta1+ 41.Kg2 Td1 was nog wel mogelijk, volgens Grooten. Wit houdt een klein voordeeltje met 42.Lb4.
41.Lb4 Lxb5 42.Pf4 Te8?
42…Ph7!
43.Lxf8 Kxf8
Grooten: “Dit eindspel is heel onaangenaam voor zwart.”
44.Tb7 La6 45.Txb6 Lc8 46.Pg6+ Kf7 47.Tc6 Ld7 48.Tc7 Td8 49.f4 Ke8

 
50.g4! Tc8
50…fxg4 51.f5 Tc8 (51…exf5 52.e6 Lxe6 53.Te7

 
mat) 52.Txc8+ (52.Ta7! exf5 53.e6 Tc1+ 54.Kf2 Tc2+ 55.Ke3 Lxe6 56.Te7+ Kd8 57.Txe6 g3 58.Kf3 g2 59.Te1) 52…Lxc8
51.Ta7!
51.Txc8+ Lxc8 52.gxf5 exf5 53.Ph4 Kf7 (53…Le6 54.Kf2 Kf7 55.Ke3) 54.Kf2 Ke6 55.Pg6 La6! 56.Ke3 Lb5 57.Kd2 Le8 58.Kc3 Lf7=
51…fxg4 52.f5! Tc1+ 53.Kg2 Tc2+ 54.Kg3 Tc3+ 55.Kxg4 exf5+ 56.Kf4 Tc6 57.e6! Lxe6
57…Txe6 58.Pe5 Lb5 (58…Te7 59.Ta8+ Lc8 60.Txc8

 
mat) 59.Txg7
58.Txg7 Ta6 59.Th7 Lg8 60.Te7+
60.Txh6 Kf7 61.Pe5+
60…Kd8 61.Tg7 Le6 62.Ke5 Ld7 63.Pf4
De ultieme dominantie.
63…Ta1 64.Kxd5 Ta5+ 65.Kd6 Ta6+ 66.Ke5 Ta5+ 67.d5 Ta4 68.Tg8+ Ke7 69.Tg7+ Kd8 70.Pg6 Ta5 71.Pf8 Le8 72.Pe6+ Kc8 73.Pf4
En opnieuw.
73…Ld7 74.Th7 Ta4 75.Pe6 Lxe6 76.dxe6 Te4+ 77.Kxf5 Te1 78.Kf6 Tf1+ 79.Ke7 Kc7 80.Txh6 Tf5 81.Th8 Tf1 82.Tg8 Tf5 83.h6 Th5 84.Tg6 1–0
 
We sluiten in stijl af met ons aller Manuel B. De volgende partij (uit de wedstrijd BSG-En Passant)  is een ouderwetse Bosboom-partij en die ziet de jury altijd graag, maar het winnende thema werd toch als ietsje te mager beoordeeld voor een schoonheidsprijs.
 
Graft – Bosboom
1.b3 d5 2.Lb2 Lg4 3.f3 Lh5 4.e4
Zoals Richard Vedder op Schaaksite schreef is dit het Litus-gambiet, dat beschreven is in het boek Play 1.b3! van Ilya Odessky. Eén van de leukste schaakboeken die New In Chess heeft uitgegeven (in 2008 alweer; natuurlijk is dit de persoonlijke mening van schrijver dezes). Bosboom kiest intuïtief een ‘zijvariant’, voor zover je daarvan kunt spreken bij zo’n obscuur gambiet.
4…e6
De hoofdpointe is 4…dxe4 5.De2 exf3?? 6.Db5+. Odessky vond 4…c6 trouwens beter dan de tekstzet.
Grappig genoeg werd een weekje later in het Russisch kampioenschap onder 21 (altijd interessant!) tussen Vavulin en Lomasov 5…c6 gespeeld, en nu 6.Pc3 exf3 7.Pxf3 e6 8.0–0–0 Pf6 9.h3 Lxf3 10.Dxf3 Da5 11.Kb1 Pbd7 en dit lijkt op een echt gambiet (remise in 60 zetten). Dat heet een morphogenetisch veld! 5…Dd7!? is ook een mogelijkheid.
5.exd5

 
5…Dxd5 6.Pe2
Nieuwtje!? Maar wel een heel logische zet. Odessky geeft 6.Pc3 De5+ (of 6…Dd7!? 7.Ph3 (het boek staat vol met zulke paardzetten naar de rand) 7…Pc6 8.Pf4 Lg6 gevolgd door lange rokade) 7.De2 Dxe2+ 8.Pgxe2 en wit staat goed. Het lijkt me dat Bosboom voor 6…Dd7 zou hebben gekozen.
6…Pf6 7.Pbc3 Dd7 8.Pf4 Lg6 9.Pxg6 hxg6 10.Pe4
De witte ontwikkeling doet al wat krampachtig aan, maar misschien is dat scorebordjournalistiek.
10…Le7 11.De2 Pc6 12.0–0–0

 
12…Th5!?
Een linkse hoek. Je ziet hem de zet uitvoeren: even kijken naar het bord, naar de tegenstander en naar het bord, en dan die bliksemsnelle beweging.
13.g3 a5 14.g4 Td5
Vedder citeerde iemand die dit ‘schoolschaken’ had genoemd. Daar heb ik heel andere associaties bij… de tekstzet offert de kwaliteit al omdat de toren geen velden overhoudt.
15.c4
Grooten noemde dit ‘de kat op het spek binden’ en beveelt 15.a4 aan hoewel zwart al prettig staat.
15…Td4!

 
16.Lxd4
Het is duidelijk dat dit zwart een mooie aanval over de zwarte velden geeft. Moest wit die vooruitgestoken neus nu echt meteen pakken? Welnu, na 16.Pc3 iets als 16…Pb4 17.Kb1 0–0–0 wordt de d-pion al vrijwel onhoudbaar. Wit kan hier mogelijk nog ontsnappen met 18.g5 Ph7 (anders 19.Pe4, maar daar stond het paard net al) 19.h4 Txd2 20.Txd2 Dxd2 21.Pd5 Dxe2 22.Pxe7+ Kd7 23.Lxe2 Kxe7 met goede compensatie voor de pion.
16…Pxd4 17.Pxf6+
Ruilt nog een potentiële verdediger, maar na 17.De3 a4 gaat het al heel hard. Nu wordt de dame tenminste actief…
17…Lxf6 18.De4 Dd6! 19.Dxb7 Da3+ 20.Kb1

 
20…Td8
Vrij overtuigend, maar helaas mist Bosboom hier het artistieke 20…Pe2! en wit moet al grof materiaal geven omdat hij na 21.Dxa8+ Ke7 22.d4 Lxd4 niet op d4 mag slaan wegens mat op c1.
21.g5 Lxg5 22.Lg2 a4
“Zwarts stukken werken op volle kracht, die van wit totaal niet,” Grooten.
23.Da6 Tb8 24.Da7

 
Er hangen weer twee stukken bij zwart, maar natuurlijk volgt…
24…Txb3+ 0–1