door Peter Boel
 
Het gebeurt vaker. Bij het oppervlakkig naspelen lijkt er één droomkandidaat te zijn voor de KNSB-schoonheidsprijs, en die wordt het dan toch niet. Bij deze ronde leek het een uitgemaakte zaak: Rick Lahaye had grootmeester Sipke Ernst van het bord geofferd en elegant matgezet. Maar nader onderzoek wees uit dat Lahaye iets te ver was gegaan, en dat Ernst een remise had gemist. Dus ging de prijs naar Mark Haast, die in 1B een vroege fout van Maarten Strijbos afstrafte met een concept waarin geen deukje zat, en dat bovendien een koppel originele pointes bevatte. Het hergedrukte boek Winning Chess Middlegames van Ivan Sokolov ging daardoor naar de Stukkenjager.
 
Ook Ivan Sokolov zelf leek even mee te dingen naar de prijs, en we hadden het bij New In Chess erg leuk gevonden om Ivan zijn eigen boek aan te bieden. Maar zijn originele openingsbehandeling tegen Wouter Spoelman liep uit op een remise-eindspel.
 
De winnende inzending kwam uit de wedstrijd Stukkenjagers-Venlo in de eerste klasse B. Bij wijze van inleiding schrijft Mark Haast: “Mijn tegenstander is niet helemaal scherp en maakt in de opening een foutje. Na een sterk kwaliteitsoffer krijgt hij niet meer de kans om terug te komen in de partij.”
Volgens Hans Ree was 16…0-0, hetgeen volgens Haast ook verliest, nog zwarts beste verdedigingskans geweest: “het zou toch nog een strijd zijn.” Grooten schrijft dat wit na het niet zo moeilijke kwaliteitsoffer toch een paar goede beslissingen moest nemen: “Later is 21.Df4! de enige zet die wint. In plaats van 21…Lc5 zijn er op dit moment de nodige aardige tactische varianten die wit voorzien moest hebben. Uiteindelijk kies ik voor deze partij omdat ik dit de meest ‘cleane’ overwinning vind tegen een tegenstander die bekend staat om zijn defensieve kwaliteiten maar hier toch wordt overrompeld.”
 
Mark Haast – Strijbos
(commentaar: Mark Haast)
“1.c4 Pf6 2.g3 e6 3.Lg2 d5 4.Pf3 dxc4 5.Da4+ Pbd7 6.Dxc4 c5 7.0–0 b6 8.d4 Lb7 9.Td1 Tc8 10.Pc3 cxd4 11.Dxd4 Lc5 12.Dh4 De7 13.Lg5 h6?
Eigenlijk al de beslissende fout. Beter is 13…0–0 en wit heeft niet zoveel.

 
14.Txd7! Dxd7 15.Lxf6 gxf6 16.Dxf6 Tf8
Na 16…Th7 gaat het verder zoals in de partij: 17.Pe5 Dc7 18.Pb5 Db8 19.Lxb7 Dxb7 20.Td1 Le7 21.Df4+–. Het voordeel ten opzichte van de partij is dat de zwarte koning nu naar f8 kan. Wit blijft echter gewonnen staan. De belangrijkste dreiging is 22.Td7 en na een zet als 21…Da6 volgt eenvoudig 22.a4. Zwart kan geen stukken ruilen om het witte initiatief te neutraliseren.
Ook 16…0–0 helpt niet: 17.Pe5 Dc7 18.Pg4 Lxg2 19.Pxh6+ Kh7 20.Pg4 (dreigt 21.Dh6+ en 22.Pf6 mat) 20…Le7 21.Dh6+ Kg8 22.Kxg2+– Het materiële evenwicht is hersteld en de zwarte koning blijft op de tocht staan.
17.Pe5 Dc7 18.Pb5 Db8
In de partij zat ik nog even te kijken naar 18…Lxf2+ 19.Dxf2 Dxe5 20.Lxb7 Tc2, maar dat helpt evenmin na 21.Pd4.
19.Lxb7 Dxb7 20.Td1

 
Na een redelijk geforceerde variant is de zwarte stelling niet meer te redden.
20…Le7
Op 20…De7 had ik 21.Df3+– gepland. Wit komt binnen op c6 of d7. 21.Df4 wint eveneens, met hetzelfde idee als in de partij.
Objectief gezien is 20…a6 de beste zet. Wit wikkelt dan af naar een gewonnen eindspel met 21.Td7 Dxd7 22.Pxd7 Kxd7 23.Pc3. Zwart verliest nog een pion: 23…h5 24.Df3 met de dubbele dreiging 25.Db7+ en 25.Dxh5.
21.Df4

 
Niet moeilijk, maar wel de enige zet die wint. De dreiging is 22.Da4.
21.Dxh6 Tc5 eindigt in remise. Een leuke variant is dan 22.Pd7 Txb5 23.Dxf8+ Lxf8 24.Pf6+ Ke7 25.Pg8+ Ke8 26.Pf6+ met eeuwig schaak.
21…Lc5
De alternatieven helpen ook niet. Bijvoorbeeld 21…a6 22.Da4 axb5 23.Dxb5++–, of 21…Td8 22.Pc7+ Dxc7 23.Da4++–. Na 21…Da6 is 22.a4 opnieuw het sterkst. Zwart kan geen vin verroeren.
22.Da4 1-0
Zwart hoefde 22…Ke7 23.Td7+ Dxd7 24.Pxd7 Kxd7 25.Pxa7+ niet meer te zien.”
 
Dat ging dus ten koste van Rick Lahaye. Die speelde met veel schwung, maar helaas gooide het siliconenmonster nadien roet in het eten. “De blunder van Ernst werd weliswaar hardhandig afgestraft”, aldus Grooten, “maar er gaat iets te veel mis om hier de schoonheidsprijs aan toe te kennen.”
 
Lahaye – Ernst
We zien Rick Lahaye tegenwoordig coachen, psychologische onderzoeken doen en voetbalwedstrijdjes organiseren bij toernooien. Waarom speelt hij zelf niet wat meer? We herinneren ons een aantal flitsende aanvalspartijen, en een gelouterde GM als Sipke Ernst even van het bord offeren, zoals in deze tweede KNSB-ronde, is ook niet mis.
1.d4 d6 2.Pf3 Pf6 3.g3 c6 4.Lg2 Lf5 5.0–0 g6 6.c4 Dc8 7.Te1 Lg7 8.b3 Pa6 9.Ph4 Le4 10.f3 Lxb1 11.Txb1 c5 12.d5 b5
Zwart heeft nogal wat tempi gespendeerd, en dan toch dit Wolga-zetje. Een pionoffer is het nog niet omdat ook d5 komt te hangen, maar na zwarts volgende zet wel. Lahaye maalt er niet om en trekt ten aanval.
13.e4 Pd7 14.f4 Tb8 15.e5 dxe5 16.Lb2 bxc4 17.bxc4

 
17…Txb2?!
De ‘?!’ is van Grooten. Het is echter begrijpelijk dat de stelling na 17…0–0 18.fxe5 Sipke niet beviel. Dan kan zwart alsnog het kwaliteitsoffer proberen, maar mogelijk zag Ernst na 17…0–0 ook het irritante 18.Lh3 op zich afkomen.
18.Txb2 e4?!
Ernst wil de e-lijn dichthouden. Hij kon proberen zo veel mogelijk pionnen te consumeren met 18…exf4 19.Tb3 en nu is ook 19…Pb6!? een idee.
19.Tb3 f5

 
Dat ziet er mooi uit, maar hij had duidelijk buiten het witte antwoord gerekend.
20.Pxf5!+–
 
Richard Vedder vergelijkt dit offer in zijn verslag voor Schaaksite met de ‘Parel van Zandvoort’. Dat is de 26ste partij uit de WK-match Euwe-Aljechin, Zandvoort dus, 1935. Maar Lahaye kende die partij niet! Hier is het vergelijkbare fragment:
 
Euwe – Aljechin

 
21.Pxf5! Lxc3 22.Pxd6 Db8 23.Pxe4 Lf6 24.Pd2

 
Voor de illiteraten onder ons reproduceer ik hier het commentaar dat de onvolprezen Savielly Tartakower in 1935 schreef:
 
“Na dezen dollen rit, is het goed even tot rust te komen. Men kan dan meteen constateeren, dat wit voor zijn stuk (Lc3 – inderdaad niet het paard!, PB) drie pionnen verkregen heeft, welker élan in het centrum voor zwart zeer gevaarlijk kan worden.
Met den tekstzet wil wit zijn machtig centrum aandrijven als een motor.”
 
De rest is geschiedenis. Vedder voelde zich een ouwe zak, maar wij zijn hem toch dankbaar dat hij dit nog even oprakelde voor hij de gang naar het bejaardenhuis maakte.
 
20…gxf5 21.Dh5+ Kd8 22.Dxf5 Ld4+ 23.Kf1
23.Kh1 was veiliger, aldus Grooten. Mikte Lahaye hier op een eindspel?
23…Pb6 24.Dxe4
Stockfish 8 geeft 24.Dxc8+ Kxc8 25.Lxe4 (dreigt 26.Ta3) 25…Pb4 26.a3 Pa6 27.Kg2 met een behoorlijke plus voor wit.
24…Dd7

 
25.d6?!
Nee, hij gaat toch voor de overrompeling! Dit plan blijkt echter niet helemaal correct te zijn, zoals sommigen in de post mortem te Groningen al aanvoelden. Maar wat dan? Het stevigst lijkt iets als 25.De2 gevolgd door 26.Lf3, zonodig Dg2 bij een schaakje op h3, en dan langzaam de druk opvoeren. Niet echt Lahaye’s stijl, lijkt me.
25…exd6 26.Txb6!?
De consequentie. Ree opperde dat wit foutief had berekend dat hij het paard op a6 zou winnen.
26…axb6 27.Da8+ Dc8 28.Da7 Pc7 29.Dxb6 Da6 30.Db8+ Kd7??
Zwart moest beslist 30…Dc8 spelen, waarna 31.Db6 in alle varianten op remise uit lijkt te lopen:
A) 31…Dd7 32.Db8+ Dc8 enz.;
B) 31…Tg8 32.Dxd6+ Dd7 33.Dxd7+ (33.Db6 Tg6 34.Db8+ Dc8) 33…Kxd7 34.Tb1 en hier wegen de drie pionnen ongeveer tegen het stuk op. Ernst zal ongetwijfeld een poging hebben willen doen om dit uit te melken. Het probleem is echter dat de witte superloper veld a8 controleert;
C) 31…d5!? 32.Lxd5 (32.cxd5?! Da6+) 32…Dh3+ 33.Lg2 Dxh2 34.Db8+ Kd7 en nu mondt 35.Te7+ Kxe7 36.Dxc7+ ‘slechts’ uit in eeuwig schaak: 36…Kf6 en wegens het mat op f2 is er geen tijd voor 37.Ld5: 37.Dd6+ Kf7 38.Dc7+ Kg6!? 39.Le4+ Kf6 40.Dd6+ Kf7.

 
31.Te7+!
Nu dus wel! De zwarte dame staat er in dit geval slechter voor: één tempo te weinig.
31…Kxe7 32.Dxc7+ Kf6 33.Ld5 Tf8 34.Dxh7

 
Toch een schitterende stelling. Wit dreigt via schaakjes op h4 en g5 de koning naar h7 te dringen, waarop Le4+ volgt, met mat. Zwart kan dit niet verhinderen met een torenzet vanwege het mat op f7. In arren moede liet Ernst het dus gebeuren:
34…Dxa2 35.Dh4+ Kg6 36.Dg5+ Kh7 37.Le4+
En na 37…Tf5 38.Lxf5+ Kh8 39.Dh6+ Kg8 40.Le6 komt er een matpatroon op het bord dat Grooten zelf met gusto omschrijft in zijn boek Attacking Chess for Club Players.
1–0
 
Er waren drie inzendingen uit lagere klassen. Wat deze gemeen hadden was dat de witspelers er lekker doorheen gingen nadat de zwartspelers niet op hun sterkst verdedigden. Eerst een kleine klassieker uit de derde klasse D. De witspeler zond hem in en volstond met de opmerking: “De mensen in de speelzaal waren erg onder de indruk van de koningsaanval.”
Ree werd herinnerd aan een beroemde partij Spassky-Petrosian (0-1), WK 1966. “Maar daar had Petrosian een tempo meer en, nog veel belangrijker, hij had niet kort gerocheerd en Spassky wel, zodat zwart met …g5 en …h5 kon aanvallen. Hier heeft zwart grote problemen na 11.h4.”
 
Raymond van den Bos – Nick Manshanden
1.d4 Pf6 2.Lf4
Zo ga je tegenwoordig voor de schoonheidsprijs!
2…d5 3.e3 e6 4.Pf3 Pbd7 5.Ld3 Le7 6.c3 0–0 7.Pbd2 b6 8.Pe5 Pxe5 9.dxe5 Pd7 10.Pf3 Lb7 11.h4 h6

 
12.Pg5!
Zonder direct dodelijke dreigingen, maar toch niet comfortabel om zoiets als zwartspeler op je af te zien komen.
12…Pc5
12…hxg5?? 13.Lh7+! gaat erg snel mat.
13.Lc2
Een bekend idee in deze stellingen is 13.Lh7+ Kh8 14.Dc2, maar hier kan zwart 14…De8! spelen (dekt profylactisch f7) omdat hij na 15.Lg8 Pe4 heeft.
13…a5?!
Nogal zorgeloos… na 13…g6 oppert Grooten 14.Pxe6!? Pxe6 15.Lxh6 en nu 15…d4!? (15…Te8? 16.h5+–) 16.exd4 c5 17.h5, waarna wit flinke compensatie heeft voor het materiaal; zwart moet actief tegenspel zoeken met 17…Dd5.
14.Dg4 g6

 
De computer geeft hier eerst 15.0–0–0 om de aanval nog wat kracht bij te zetten, maar elke mens speelt hier natuurlijk:
15.Pxf7! Txf7 16.Lxh6 Lf8??
Taaier was een massale troepenophoping met 16…Kh8 17.Lxg6 Dg8. Met 18.f3 dekt wit nu zijn dame, vervolgens gaat hij lang rokeren en zijn h-pion opspelen. Zwart heeft nauwelijks tegenspel en in de praktijk is dit vrijwel onhoudbaar.
17.Dxg6+ Lg7 18.Lg5 Dd7 19.h5 Kf8 20.h6
En zwart gaf op wegens 20…Lh8 21.h7 Tg7 22.Lh6 Df7 en nu wint 23.Df6! materiaal.
 
De volgende partij, uit de wedstrijd Caïssa-SISSA 2 in 1A, werd ingezonden door de witspeler met het volgende achtergrondverhaaltje:
“Als lager gerate speler (1953 vs. 2211) was ik wel trots op mijzelf dat ik het pionoffer 11.e4 durfde te spelen om zwarts koning over de e-lijn te pesten. Helaas miste ik dan weer het zeer sterke 13.Te1, waarmee ik het voordeel liet glippen. Mijn tegenstander had echter al veel tijd geïnvesteerd, wat hem opbrak toen hij op zet 17  …f5-f4 speelde: hij had gemist dat ik deze pion simpelweg kon nemen met de dame. Zwart ging vervolgens ‘all-in’, maar al mijn stukken mochten vervolgens de koning, die nog steeds op e8 stond, omsingelen. Mijn tegenstander hield de eer aan zichzelf door op de laatste zet alsnog lang te rokeren, waarop mat in 1 volgde.”
 
Ree vult aan dat zwart op zet 17 nog goed stond: “Ik denk dat hij had gerekend op 17…f4 18.Dxf4 g5 19.Df6 Tf8 20.De6+ Kd8 en er blijven twee witte stukken hangen (al heeft wit ook dan meer dan genoeg compensatie), maar zoals Rupert aangeeft wint 20.Lb5+ zonder problemen.”
 
Casper Rupert – Dennis Brouwer
(commentaar: Casper Rupert)
“1.d4 Pf6 2.Lg5 d5 3.Pd2 c6 4.e3 Db6 5.Dc1
De Trompovski: een opening voor liefhebbers van positioneel geknoei, niet voor schakers met principes.
5…h6 6.Lh4 Lf5 7.c4

 
You can’t always get what you want… wits paard hoort hier natuurlijk op c3 te staan.
7…dxc4
Een ietwat vreemde beslissing: zwart geeft de controle in het centrum vrijwillig op. Zwart zag stellingen waarin wit c4-c5 doorschuift niet zo zitten.
8.Lxc4 Pbd7 9.Pgf3 e6 10.0–0 c5
Zwart moest zich een beetje zorgen maken om wits plan met Te1 en e3-e4, en kiest er dus voor om het witte centrum meteen aan te tasten, maar…
11.e4
Wit laat er geen gras over groeien. Door het centrum op te blazen wil hij profiteren van de ongerokeerde zwarte koning.
11…Pxe4 12.d5 e5
Zwart investeert in deze fase flink wat tijd, maar vindt niet de meest optimale verdediging. Beter was 12…Pxd2 13.Dxd2 g5 14.dxe6 fxe6 15.Tad1 0–0–0 16.Lg3 met een prettige stelling voor wit ondanks de geofferde pion.
13.Pxe4
Hier laat wit het echter weer liggen. 13.Te1 was de aangewezen zet, waarna het openen van de e-lijn niet te voorkomen is. Op 13…Pxd2 volgt sterk 14.Pxe5 en op 13…g5 is 14.Pxe4 gxh4 15.Pxe5 Pxe5 16.Df4 killing.
13…Lxe4 14.Pxe5 Pxe5 15.Te1 f5 16.f3 Ld6 17.fxe4

 
Zwart heeft de boel bij elkaar gehouden en heeft een prachtig paard op e5. De witte centrumpionnen gaan nergens heen en de witveldige loper is gecastreerd.
17…f4?
Een blunder. Na de korte rokade had zwart een voordeeltje gehouden, maar 17…g5 was ook een interessante optie.
18.Dxf4
Op het eerste gezicht een masochistische zet, tactisch werkt het. Op 18…g5 volgt het vernietigende 19. Df6 Tf8 20.Lb5, en na 18…Pxc4 19.e5 Pxe5 20.Txe5 Lxe5 wint zowel 21.Te1 als 21.Dxe5. Zwarts beste optie is 18…Tf8, maar na 19.Dc1 staat wit gewoon een gezonde pion voor.
18…Dxb2?
18…g5 19.Df6 Tf8 20.Lb5+! (20.De6+?! Kd8 21.Lg3 Pxc4 22.Dxh6+–)
19.Df5 g5 20.De6+ Le7

 
21.Tab1 Dd4+ 22.Lf2 Dxc4 23.Txb7 Th7 24.Dg8+ Lf8 25.Dxh7 Da6 26.Lg3 Da5 27.Teb1 0–0–0
Een elegante harakiri.
28.Tb8#”
 
Hier is een fragment uit een partij van de wedstrijd LSG 4-Paul Keres 3 uit de derde klasse E, ingezonden door de witspeler, die schrijft:
“Ik stuur deze partij in omdat hij ondanks een schoonheidsfoutje in de opening volledig in het thema van het te winnen boek valt! Daarnaast was hij voor ons niveau behoorlijk uit één stuk met een paar leuke zetten vanaf zet 10!”
Wij beperken ons echter tot het slot.
 
Patriek Tromp – Rijk Schipper

 
In een isolani-stelling heeft wit de isolani doorgestoten (op zet 17) en daarmee zelfs een pion gewonnen. En de zwarte koning voelt de herfstbries. De rechtgeaarde aanvalsspeler zegt dan: “Ik heb mooie compensatie voor mijn pluspion.” De matbeelden die na het volgende trucje ontstaan zijn aardig:
23.Te5! Dc4 24.La2 Pe2+ 25.Txe2 1-0
Het is mat na 26.Pg6+ of met de dame op d6.
 
 
Partijen naspelen in de viewer