door Peter Boel
 
Het ‘Greek Gift’ offer is eeuwig jong, net als het schaakspel zelf. Elke volgende versie met het loperoffer op h7 of h2 is net weer anders dan de vorige. Jeroen Hekhuis zond na de tweede KNSB-ronde zijn versie van het offer (met zwart) in, die ook weer iets toevoegde aan de ‘theorie’. Hij won er de New In Chess Schoonheidsprijs mee. Heel toepasselijk gaat het boek Beyond Material van Davorin Kuljasevic naar Hekhuis.
 
De keuze was niet zo eenvoudig voor juryleden Hans Ree en Herman Grooten. Uiteindelijk gaf de doorslag dat de winnende partij tussen niet-titelhouders werd gespeeld en de prestatie dus relatief hoger kan worden ingeschat.
De ‘standaardwending’ 9…Lxh2 was in de winnende partij niet zo standaard, vonden beide juryleden. “Zwart moest veel meer zien (en offeren) dan in analoge situaties voorkomt,” aldus Grooten. “Hij speelt het ook voortreffelijk en hij kan het ook niet helpen dat wit met 14.f5 definitief de fout in gaat.”
Uit het treffen tussen Bergen op Zoom en Souburg in klasse 3G.
 
Marcel van Herck – Jeroen Hekhuis
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 d5 4.Lg5 c6 5.e3 Pbd7 6.cxd5 exd5 7.Ld3 Ld6 8.Pge2
Ontwijkt de symmetrie, maar die is er soms niet voor niets…
8…0–0 9.0–0?

 
9…Lxh2+
Uitroepteken is niet nodig.
10.Kxh2 Pg4+ 11.Kg3 Dxg5 12.f4
Zo wordt het toch een stukoffer, maar daar krijgt zwart wel het een en ander voor.
12…De7 13.Kxg4 Dxe3

 
14.f5
Sluit de diagonaal c8-h3. 14.Tf3 Pe5+ verliest, maar “na 14.Lc2 heeft zwart zo snel nog niet de vis op het droge,” schreef Hekhuis. Er kan volgen: 14…Pf6+ (Ree geeft 14…h6 15.Tf3 Pe5+ 16.Kg3 Pxf3 17.gxf3 “en er is nog volop strijd”) 15.Kh4 h6 (15…b5 vindt Stockfish sterker; matzetten hoeft niet, gewoon lekker doorspelen) 16.Tf3 De7 17.Kg3 Lg4 en zwart wint nog een kwaliteit terug, maar helemaal duidelijk is het niet.
14…Pf6+ 15.Kh4

 
15…g5+
“Zet de beslissende mataanval in” – Hekhuis.
16.fxg6 fxg6 17.Tf3 g5+ 18.Kg3 Ph5+ 19.Kh2 Txf3 20.gxf3 Df2+ 21.Kh1 Dxf3+ 22.Kh2 Df2+ 23.Kh1 Lg4
En nu is er geen uitweg meer. Wit gaf op.
 
De juryleden vonden de volgende winstpartij van Max Warmerdam uit de wedstrijd Kennemer Combinatie-MuConsult Apeldoorn aardig, vooral vanwege de opening. Wat daarna volgt is boeiend maar niet van een grote schoonheid.
 
Miguoel Admiraal – Max Warmerdam
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 a6
Een modieus zetje. Zwart dreigt op c4 te slaan, waarna hij …b7-b5 kan spelen en daarna snel …c7-c5 zonder een tempo te hebben verloren met …c7-c6.
4.cxd5 exd5 5.Db3

 
5…Ld6!?
Een uiterst interessant nieuwtje – niet te vinden in de databases maar ongetwijfeld in de Apeldoornse openingskeuken uitgedokterd. Zwart krijgt heel snel actief stukkenspel voor de pion.
6.Dxd5 Pf6 7.Db3 c5 8.dxc5 Lxc5

 
9.Pf3
Beide juryleden werden getroffen door de gelijkenis van deze stelling met die uit het Schara-Hennig-gambiet (er was wat discussie over de juiste schrijfwijze van de naam… ik laat me graag corrigeren door lezers!). Ree meldde dat Rini Kuijf daar altijd een groot liefhebber van is geweest, Grooten dat Henk Vedder de grote specialist is in Nederland – een klein generatiekloofje. Grooten betoogde dat zwart eigenlijk een stelling speelt met actief stukkenspel voor zijn isolani – maar dan zonder die isolani, wat de zwarte stukken nog actiever maakt!
Wit kan al niet goed 9.e4 spelen wegens bijvoorbeeld 9…Pc6, maar zwart heeft nog sterker: 9…Le6! 10.Lc4 (10.Dxb7? Ta7) 10…Lxf2+! 11.Kxf2 Dd4+ 12.Ke1 Lxc4 13.Dxb7 0–0! en na 14.Dxa8 Pg4 15.Ph3 Pd7 heeft zwart een verpletterende aanval.
9…Pc6 10.a3 0–0
Vaak rokeert zwart lang in het S-H-gambiet, hier lijkt kort de juiste keuze (zoals Vedder het ook doet).
11.Dc2?
Te langzaam: 11.e3 en snel ontwikkelen was beter.
11…Te8 12.e3 De7 13.Le2 b5
Zwart speelt gewoon natuurlijke zetten, terwijl wit al moet uitkijken voor een aanval.
14.b4 Ld6
Daar wilde de loper toch al naartoe.
15.0–0 Lb7 16.Lb2 Pe5

 
17.Pd4
Met zo’n zet roep je het onheil over je af. Goed was 17.Tad1! Pxf3+ 18.Lxf3 Lxf3 19.gxf3 en nu kan zwart remise maken met 19…Lxh2+ 20.Kxh2 De5+ 21.Kg2 Dg5+. Meer zit er misschien ook niet in voor hem.
17…Peg4! 18.Pf5
Admiraal wil niet passief blijven spelen, maar dit loopt niet goed af.
18…Lxh2+ 19.Kh1 Dc7

 
20.Tac1
Nu heeft zwart een standaardtrucje. Het beste was nog 20.Lxg4 Pxg4 21.Dd1 Pf6 (21…Lg1 22.Dd6=) 22.Pxg7!? (of 22.Pd5!? Pxd5 23.Tc1 Db8 24.Lxg7 Te6 25.f4 en het is een gekkenhuis) 22…Kxg7? (22…Ted8; 22…Te5!?) 23.Pd5 en wit staat iets beter..
20…Lg1!
Vanzelfsprekend. Nu hoeft zwart niet eens te offeren – of hij mag het niet, het is maar hoe je ertegenaan kijkt.
21.f4 Lxe3 22.Pd5 Dxc2
22…Pxd5 23.Dxc7 Pxc7 24.Txc7 is niet overtuigend; 22…Pf2+ moet ook winnen, maar het is nog niet zo simpel na 23.Txf2 Dxc2 24.Pxf6+ gxf6 25.Txc2 Lxf2 26.Pd6.
23.Pde7+ Kf8! 24.Txc2

 
24…Le4! 25.Tc7 Pf2+ 26.Kh2
Of 26.Txf2 Lxf2 27.Lxf6 gxf6 28.Lf3 Lxf3 29.gxf3 Tad8 en dit is een klassiek geval van twee paarden die elkaar gevangen houden door elkaar te dekken; zwart staat gewonnen.
26…Lxf4+ 27.g3 Lxc7 28.Pxg7 P6g4+
En wit gaf op; na 29.Lxg4 Pxg4+ 30.Kh3 is 30…Pe3 31.Te1 Lg2+ 32.Kh2 Txe7 het simpelst.
 
Dan nog een origineel potje van grootmeester Konstantin Landa tegen collega-GM Twan Burg, uit de wedstrijd En Passant-HMC Den Bosch.
 
Konstantin Landa – Twan Burg
1.Pf3 d5 2.g3 g6 3.Lg2 Lg7 4.d4 Pf6 5.0–0 0–0 6.Pbd2 Pa6 7.b3 c5 8.Lb2 b6 9.e3 Lb7 10.De2 e6 11.Pe5 Tc8 12.c3 Pe8 13.Tfd1 De7 14.a4 f6 15.Pd3 e5 16.dxe5
16.a5! had het zwart wat lastiger gemaakt.
16…fxe5 17.e4 d4 18.cxd4 exd4

 
19.e5?!
Rustig voorbereiden met 19.f4 en eerst de torens beter neerzetten ziet er logischer uit.
19…Lxg2 20.Kxg2 Pac7
20…Pec7 – beter het andere paard want nu heeft wit een break op de damevleugel:
21.b4 cxb4
21…Pe6 22.bxc5 bxc5 23.La3 Dd7! is niet zo’n probleem voor zwart. Cruciaal zijn de dameschaakjes in deze stelling, bv. 24.Tac1 c4!? 25.Pc5! (25.Txc4 Dd5+ 26.Kg1 Txc4 27.Lxf8 Lxf8 28.Pxc4 Dxc4=) 25…Txc5 26.Lxc5 Pxc5 27.Dxc4+ Pe6 28.f4 en Pe4, en de toren plus pion (2 pionnen?!) wegen op tegen zwarts twee lichte stukken.
22.Lxd4

 
22…Pd6?!
Het ziet er toch naar uit dat zwart te weinig krijgt voor de pion. Goed was 22…Pd5.
23.Pxb4 Pf5 24.Lc3 Pe6?
Geeft veld d5 weg. “Misschien ging het nog wel als zwart hier 24…a5 had gedaan,” schreef Ree. Dat geeft nog wel kansen om in troebel water te vissen.
25.Pd5 Db7 26.Pe4 Tfd8 27.Da2
Zo houdt wit de boel net bij elkaar.
27…Pc5 28.Pef6+ Lxf6 29.exf6

 
29…Pxa4
Wint de pion terug omdat Pd5 hangt, maar daarna komt zwart in een vreselijke penning terecht. Ree: “Na andere zetten zou het met wits vreselijke pion op f6 ook mis zijn.”
30.Dxa4 Txd5 31.Db3
Landa gaf zijn teamleider Richard Vedder nog de grap 31.De4?? Pe3+ mee (“fine for readers”). 32.fxe3 Td2+ 33.Kf3 Tf2+ verliest de dame.
31…Tcd8
Na 31…Tcc5 wilde Landa dezelfde truc uithalen als in de partij. Die blijft goed ondanks zwarts dubbelloops torens, maar nog sterker is 32.Lb4 Tb5 33.Txd5 Dxd5+ 34.Dxd5+ Txd5 35.Txa7 Ph6 36.Tg7+ Kh8 37.f7! met een simpele winst.

 
32.Ta5!
Een heel aantrekkelijke zet, die een beetje wordt ontsierd door het feit dat 32.Txd5 ook gewoon had gewonnen. Grooten toonde toch veel waardering voor Landa’s keuze: “vermoedelijk was die zet 32. Ta5 voor de zwartspeler moeilijk vooruit te zien. Computers hebben geen last met dit soort geometrische motieven, de mens des te meer.”
32…bxa5 33.Dxb7 Txd1
Materieel gezien gaat het nog wel voor zwart, maar de situatie van de beide koningen verschilt hemelsbreed.
34.Lxa5 T8d7 35.Dc8+ Kf7 36.Dh8 T1d5 37.Lc3 1-0
Zwart gaat nog meer materiaal verliezen.
 
In deze partij, uit de match Groninger Combinatie-Caïssa, slaat wit met een schijnoffer de zwarte koningsstelling open. “28.Pxf7 is mijns inziens niet moeilijk genoeg voor een schoonheidsprijs,” vond Ree, “en bovendien vindt de computer het rustige 28.Df4 nog sterker.”
 
Maurice Schippers – Enrico Vroombout
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 c5 4.Pgf3 Pc6 5.exd5 exd5 6.Lb5 Ld6 7.dxc5 Lxc5 8.Pb3 Ld6 9.0–0 Pge7 10.h3 0–0 11.Te1 Dc7 12.c3
Zwart heeft niet echt vrij stukkenspel voor zijn isolani.
12…Lf5 13.Pbd4 Le4 14.Ld3 Lxd3 15.Dxd3 Pxd4 16.Pxd4

 
Zwart heeft nu wel wat meer ruimte dan daarnet, maar afruil komt de tegenstander van de isolani ten goede volgens de klassieken – hoe dichter bij het eindspel, hoe zwakker de isolani.
16…a6 17.Lg5 Tfe8 18.Df3 Db6 19.Pb3
Wat handiger was 19.Tad1! met de pointe 19…Dxb2 20.Te2 Da3 21.Tde1 en zwart heeft grote problemen.
19…a5 20.Le3 Db5 21.Tab1 a4
21…Dc4! geeft zwart een tempo meer ten opzichte van de partij, en dus kan hij na 22.Pd4 wel overwegen om op a4 te slaan.
22.Pd4 Dc4 23.Lg5

 
23…Pc6
23…Dxa2 24.Pb5! Le5 25.Ta1 Dxb2 (25…Dc4 26.Txe5 Dxb5 27.Lxe7 verliest een stuk) 26.Dd3! en de zwarte dame is ingesloten! Er is geen kruid meer gewassen tegen de dreiging 27.Teb1, en 26…Tac8 verliest weer een stuk na 27.Tab1 Da2 28.Txe5 f6 29.Te2.
24.Pf5 Lf8 25.Dg3 g6?
Opent zijn koningsstelling teveel. Na 25…Kh8 is er nog niet zo veel aan de hand, “maar ik zou toch niet graag zwart hebben,” vond Ree.
26.Pd6 Txe1+
26…Lxd6 27.Dxd6 d4 leek nog de beste kans, maar, aldus Ree, “dat doet niemand graag, want je ziet zo’n mat op de zwarte velden al komen.”
27.Txe1 Dxa2?
Uit wanhoop eet hij hem toch maar op.

 
28.Pxf7!?
Sterk natuurlijk, maar de engine gooit weer eens roet in het eten: het prozaïsche 28.Df4 was duidelijker, bv. 28…Lxd6 29.Dxd6 h6 (om niet snel mat te gaan op g7) 30.Lxh6 Kh7 31.Lg5 Dxb2 32.Df6 Tf8 en nu wint bijvoorbeeld 33.Te8!.
28…Kxf7 29.Dc7+ Kg8 30.Dxb7
De simpele pointe; wits 28ste zet kun je niet eens een stukoffer noemen.
30…Tb8?
Nu krijgt wit ook snel een mataanval. Na 30…Ta7 had het iets langer geduurd.
31.Dxc6 d4 32.c4 Dxb2 33.De6+ Kh8 34.Lf6+ Lg7 35.De8+ 1–0