Door Peter Boel
Laten we het niet over Oud en Nieuw hebben, maar ook in het schaken kan gecontroleerd vuurwerk een verademing zijn. Jan-Willen de Jong en Miguoel Admiraal lieten dat in de zevende KNSB-ronde zien. Van hen speelde De Jong volgens juryleden Herman Grooten en Hans Ree de mooiste partij, en zo won de LSG’er de New In Chess Schoonheidsprijs, bestaande uit het boek Devoted to Chess over (en goeddeels door) de beroemde Russische trainer Yuri Razuvaev.
 
Deze relatief kalme positionele partij, die dus eindigde in gecontroleerd vuurwerk, kon de meeste waardering van de jury wegdragen. ,,Ik vond het moeilijk om er de vinger op te leggen wat wit precies verkeerd deed”, zei Ree, en dat is vaak een goed teken. Grooten: ,,De Jong breekt op de damevleugel de stelling open en combineert op fraaie wijze spel op de koningsvleugel met een initiatief aan de andere kant van het bord. Wit heeft op zet 9 zijn zwartveldige loper voor een zwart paard geruild, en het is dus niet geheel toevallig dat de meeste operaties over de zwarte velden verlopen. Het slotakkoord met 31…Ld4! en 33…Lh3+! is zonder meer fraai.”
 
Thomas Willemze – Jan-Willem de Jong
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Pf6 4.d3 Lc5 5.c3 0–0 6.Lb3 a6 7.h3 d6 8.Lg5

 
8…Pe7!?
Een interessante, nog vrij onbekende zet. De motieven zijn wel bekend: in ruil voor een licht kreupele koningsvleugelstructuur krijgt zwart een open f-lijn en, bij het ontbreken van de witte dameloper, mooie velden voor zijn laatste paard. Over het principiële witte antwoord had loperliefhebber Ree zijn twijfels.
9.Lxf6 gxf6 10.Ph4
Consequent! Het zwarte paard komt niet aan de bak. Maar er is nog wel het loperpaar, en dat zullen we weten.
10…Pg6 11.Pxg6
Ruilt het aanvalspaard af, maar Grooten vond 11.Pf5 meer voor de hand liggen.
11…hxg6 12.Pd2 c6 13.Df3 Kg7 14.g4
Ree geeft hier 14.h4 en h4-h5, om het komende zwarte tegenspel over de h-lijn te verhinderen.
14…b5 15.Pf1 a5 16.Pg3 a4 17.Lc2

 
17…b4!
Om nog even te onderstrepen dat de witte koning geen veilige vleugel heeft.
18.cxb4 Lxb4+ 19.Kf1 Th8 20.Kg2 Th4! 21.Tad1 Lc5 22.Pe2 Dh8 23.Dg3 Dh6 24.f4
Probeert wat activiteit te genereren. Het niet al te aantrekkelijke alternatief was 24.d4 exd4 25.b4 (zoals Grooten aangaf gaat 25.Pxd4 Lxd4 26.Txd4 mis vanwege 26…Lxg4) 25…axb3 26.Lxb3.
24…exf4 25.Pxf4

 
25…Ld4!
Op naar e5! Wit wint nu een kwaliteit. Dat levert tevens een verloren stelling op, maar er was niets anders.
26.Ph5+ Txh5 27.gxh5 Dxh5
Grooten: ,,Nog sterker was 27…Tb8 28.b3 Tb5 29.h4 Tc5 30.Lb1 en nu heeft zwart het wonderlijke 30…Tc1! 31.Txc1 Dd2+ 32.Kf3 De3+ 33.Kg2 De2+ en mat.”
28.Td2 Le5 29.Ld1 Dh6 30.Df2 Dg5+ 31.Kf1 Ld4 32.h4
32.Dxd4 Dxd2 33.Le2 biedt ook geen soelaas wegens 33…a3 of 33…Tb8.
32…Dh6 33.Dh2

 
33…Lh3+!
Zelfde pointe!
34.Tg2 Dd2
Met mat in 2.
0–1
 
In de volgende partij, uit het treffen Kennemer Combinatie-HWP Sas van Gent, zien we een kandidaat-grootmeester die in vorm is excelleren tegen een grootmeester die niet in vorm is. ,,Weer een ijzersterke partij van de grootmeester in spé”, schreef Grooten. ,,Na een merkwaardige tactische schermutseling zijn wits drie stukken superieur aan de twee zwarte torens, die niets doen in deze gesloten stelling. Ook hier is de slotaanval uitstekend gespeeld.”
 
Admiraal – Ikonnikov
1.d4 Pf6 2.Lg5 e6 3.e4 h6 4.Lxf6 Dxf6
Ree bestempelde deze variant van de Trompowsky voor de zwartspeler met een term van Kortchnoi: ‘geschikt voor mensen met een moeilijke jeugd’: ,,moeizaam en passief”.
5.c3 d6 6.Ld3 Pd7 7.Pe2 b6
Het is gebruikelijker om (eerst) de andere loper te fianchetteren.
8.0–0 Lb7 9.f4 h5!? 10.Pd2 a6 11.Dc2 h4 12.e5 Dh6 13.Le4 d5 14.Lf3 Dh7 15.Db3
Ook 15.Dxh7 Txh7 16.c4 was al onaangenaam voor zwart. Maar het blijkt een gelukkige keuze voor wit om de dames op het bord te houden.
15…h3 16.g3 Dd3 17.Tad1 Le7
Een beetje langzaam. Actiever was 17…c5 (sowieso lijkt de opstoot van deze pion beter dan die van de a-pion, zoals we zo zullen zien).
18.Tf2 a5 19.Pf1 a4?!
Dit werkt niet, maar dan had zwart het eerder anders moeten spelen. Een terugtocht naar a6 of h7 is ook niet fijn.

 
20.Dxd5!
Een sterk kwaliteitsoffer.
20…Dxd1 21.Dxb7 0–0
21…Td8 verliest geen materiaal, maar 22.Lc6 is vreselijk voor zwart.
22.Dxc7 Tad8 23.Lc6 Pc5
Zwart kon wat materiaal, maar niet de stelling redden met 23…Pb8 24.Lb5 Td5 25.Lc4 (25.c4 Txb5 26.cxb5 Lb4 27.Dc4 Le1 28.Tf3 is ook heel naar voor zwart) 25…Td7 26.Dxb6 g6 27.f5!.
24.Dxe7 Pd3 25.Le4 Pxf2 26.Kxf2
Nu heeft wit materiaal en stelling.
26…Da1 27.Pe3 Dxb2 28.Pg4
Admiraal gaat voor de kill en bekommert zich niet meer om pionnen.
28…Tfe8 29.Dh4 Dxa2

 
30.Pf6+! Kf8
30…gxf6 31.exf6 gaat gewoon mat – de koning is al niet meer te redden.
31.Pxe8 Kxe8 32.Lc6+ Td7 33.Dh8+ Ke7 34.Dc8 Td5 35.De8#
 
,,Een spectaculaire partij”, vond Ree. ,,Een paar fouten over en weer, maar in de kritieke fase was het voor een mens bijna onmogelijk om dit foutloos te spelen.” Grooten: ,,Wissmann is één van de cracks in het ‘probleemschaak’; het vinden van tactische wendingen zit bij hem wel goed!” Beide juryleden vonden echter dat deze partij iets te veel fouten bevatte om de schoonheidsprijs te winnen.
Het verhaal is volgens de zwartspeler (ruim 200 Elo-punten minder dan wit), die de partij instuurde, als volgt: ,,Wit krijgt eerst op de 15e en 16e de ene toren op resp. f3 en h3 aangeboden. Vervolgens de andere toren op de 21e en 29e zet op resp. g2 en g1. En weigert het offer steeds. En wordt dan… matgezet door die torens.”
 
Arie van der Burch – Dolf Wissmann
1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 b5 4.Pf3 Lb7 5.a4
Er wordt hier niet geGambiet.
5…Da5+ 6.Ld2 b4 7.Dc2 g6 8.e4 Lg7
Dus probeert Wissman het nog eens met een soort ruimtegambiet. In deze stelling is volgens de database ruim 30 keer 8…d6 gespeeld.
9.Ld3
Maar ook hier gaat Van der Burch niet op in. En Wissmann weigert opnieuw …d7-d6 te spelen:
9…e6 10.0–0
Stockfish wil hier 10.Lf4 doen, om in het gat op d6 te duiken.
10…0–0

 
11.Te1
Opnieuw kon 11.Lf4 hier. Ree noemt ook het gambiet 11.e5 kansrijk en geeft 11…Pg4 12.Lf4 exd5 13.h3 Ph6 14.Pbd2. Wit kan op d5 slaan en met Le4 de lange diagonaal pakken, gevolgd door Pc4 en Tad1 met druk over de d-lijn.
11…d6
Helaas, nu zwicht hij toch.
12.dxe6?!
Waarschijnlijk wilde hij voorkomen dat zwart de stelling dichtschuift met …e6-e5, maar deze ruil speelt zwart bijna altijd in de kaart in dit soort stellingen. Hij krijgt kansen ooit het centrum open te breken met …d6-d5 en aanvalskansen over de f-lijn.
12…fxe6 13.e5
Probeert het zwarte centrum op te rollen, maar dit maakt het nog erger, aldus Ree: ,,Open diagonaal van Lb7, open f-lijn en Pb8 staat klaar voor b8-c6-d4.”
13…Pg4!?
Beter was 13…dxe5 14.Pxe5 Dc7 gevolgd door …Ph5.

 
14.exd6
Stockfish beveelt hier het razend ingewikkelde 14.Lxg6 hxg6 15.Dxg6 aan, maar daar zitten nog wat haken en ogen aan: 15…Lxf3! (15…Pxe5? 16.Txe5 dxe5 17.Lh6 en 18.Pg5) 16.Dxe6+ Tf7 17.Ta3! Pc6! 18.Txf3 Pgxe5 19.Tg3 en nu heeft zwart de krankzinnige verdediging 19…Dd8 20.Lh6 Pd4!! 21.Txg7+ Kh8 22.Dxf7! (22.Dh3? Txg7) 22…Pxf7 23.Txf7 Dh4 en staat beter. Helaas zullen in de praktijk de meeste zwartspelers hier op zet 20 al opgegeven hebben.
14…Pc6! 15.Lxg6!?

 
Ook de witspeler staat erom bekend dat hij graag stukken offert.
15…Txf3!?
Een vlekje: zwart wil het te mooi doen. 15…Pd4 was al helemaal uit. Zwart laat gewoon op h7 slaan, net als in de partij, en na 16.Pxd4 vernietigt 16…Txf2, bv. 17.Lxh7+ Kh8 18.Te2 Txg2+! 19.Txg2 Lxd4+ 20.Kh1 Tf8. Aanvallen zonder dame!
16.Lxh7+ Kh8 17.De4!

 
Het hoogtepunt, zo schreef Wissmann zelf: ,,Pittige tante nog, daar op e4!” (een gewaagde betiteling anno 2019) Hij onderzocht hier zeven mogelijkheden: 17…Tf6 18.Dxg4!, 17…Taf8? 18.Dxg4!, 17…Pge5? 18.Dh4!, 17…Pf6? 18.Dxf3!, en iets kansrijker: 17…Tf7, 17…Txf2 18.Dxg4 Pe5 19.Dh3 en met loper of toren op g2 slaan; 17…Pce5 18.Dxb7, en 17…Pd4. Maar alleen een echte liefhebber kan de volgende zet vinden:
17…Th3!?
!?!? Wissmann: ,,Natuurlijk! Als je bij Lasker speelt, en je krijgt de kans op een Pillsbury-Lasker (Sint Petersburg 1896, ook al was dat 18…Tc3–a3!! en ook verder totaal anders), mag je dan een andere doen?!?”
18.Dxe6?
En die waagt, wint. Met aanname had wit zich kunnen redden: 18.gxh3 Pf6 19.Dxe6 Pd4 (op 19…Kxh7 is er weer 20.Ta3!) 20.Df7 Pf3+ 21.Kf1 Ld5! 22.cxd5 Da6+ 23.Kg2 Tf8 24.De6 Pxh7 25.d7 Dd3 26.Te3 Ph4+ 27.Kg1 Pf3+ 28.Kg2 Ph4+ 29.Kg3 Pf5+ en natuurlijk komen we hier weer op remise uit.
18…Txh7 19.Dxg4 Tg8
En nu staan alle kanonnen gericht op de verweesde velden g2 en h2.
20.d7
Grooten noemt als relatief het beste 20.Lg5. ,,Maar ook dan krijgt zwart na 20…Pe5 de overhand. Een leuke variant is 21.De6 Pf3+ 22.gxf3 Lxb2 23.f4 Lc8 (verhindert d6-d7) en zwart staat op winst.”
20…Le5
De engines vinden 20…Dd8 nog sterker.
21.De6

 
21…Txg2+
Die ook nog maar een keer…
22.Kf1 Ld4 23.Le3 Thxh2 24.Lxd4+ cxd4
Eindelijk kan nu de dame ook meedoen, en zwart moet natuurlijk wel d8 in het oog houden.
25.Df6+ Tg7
25…Kh7 was sneller (Ree). 26.Te8 Maar dan moet zwart na 26…Txf2+ 27.Dxf2 Txf2+ 28.Kxf2 Df5+ 29.Ke1 Dxd7 spelen, wat een beetje zonde was geweest.
26.Te5
26.Df8+ Kh7.
26…Pxe5
Offert ook nog een dame. Twee torens en twee lichte stukken zijn genoeg om de witte koning mat te zetten.
27.d8D+ Dxd8 28.Dxd8+ Kh7 29.Df6 Tg1+! 30.Ke2 Lf3+ 31.Kd2 Txf2#