door Peter Boel
 
Torenaar Tjaard Offringa is aardig aan het bouwen aan een reputatie als aanvalsbeest. Zijn partij uit de achtste ronde is een aaneenschakeling van bombardementen op de arme koning van Kambiz Sekandar. De niet aflatende aanvalslust van Offringa, die zijn partij met eigen commentaar inzond, werd door juryleden Hans Ree en Herman Grooten beloond met de New In Chess Schoonheidsprijs, het boek ‘Bologan’s King’s Indian’.
 
Herman Grooten noemde de winnende partij, uit de wedstrijd Max Euwe-De Toren in de eerste klasse A ‘een fascinerend gevecht met steeds nieuwe aanvalsgolven’ en schreef verder:
“Het witte kwaliteitsoffer is weliswaar thematisch, maar toch moet wit de nodige zeilen bijzetten om zijn aanval gestalte te geven. Daarbij toont hij de nodige inventiviteit om zijn initiatief gaande te houden en schuwt hij enkele offers niet (o.a. 16.Lxh7+) om de zwarte koningsstelling te blijven bestoken. Na het loperoffer staat hij een volle toren achter, maar met 19.h4! (met het idee om met Th1-h3 en soms Pf3-g5+ te kunnen werken) geeft hij de aanval weer nieuwe impulsen. Dat zwart het hoofd niet koel hield en dat wit ergens een heel verborgen wending miste, valt beide spelers nauwelijks kwalijk te nemen.”
 
Tjaard Offringa – Sekandar
[commentaar Tjaard Offringa]
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.Dc2 0–0 5.e4 c5 6.e5 cxd4 7.a3
Houdt al een kwaliteitsoffer in na zwarts volgende zet.
7…Da5

 
8.axb4 Dxa1 9.exf6 dxc3 10.fxg7 Kxg7 11.Dxc3+
Achteraf was 11.bxc3 waarschijnlijk beter.
[PB: Dit is gespeeld in 2 correspondentiepartijen, en ook in de volgende partij: 11…d5 12.Pf3 Ld7? (12…a5) 13.Ld3 h6 14.0-0 Da4 15.Lxh6+ Wagner-Beutelhoff, Dortmund Open 2013.]
11…f6 12.Ld3 Pc6 13.Dd2
Direct op de zwarte koning af. Gewoon doorontwikkelen is waarschijnlijk beter: 13.Pf3 a5 14.0–0 axb4 15.Dd2 Kf7 16.Lxh7 Pe7 17.Dd4 Ke8 18.h4 Da5 19.c5 b6 20.Dg4 bxc5 21.Lh6 d6 22.Lxf8 Kxf8 23.Dh5 Ta7 24.Dh6+ Kf7 25.h5 e5 26.Lg6+ Ke6 27.Df8 La6 28.Td1 Le2 29.Lf7+ Kf5 30.Txd6 Lxf3 31.gxf3 1–0 Fodor-Csiszar, Balatonlelle 2009.
13…Tf7 14.Pf3

 
14…Da4
Na 14…Pxb4 15.Dh6+ Kg8 16.Lxh7+ Txh7 17.Dg6+ Tg7 18.De8+ Kh7 lijkt wit niet meer te hebben dan eeuwig schaak.
15.Dh6+
15.b5 Db4
15…Kg8 16.Lxh7+ Txh7 17.Dg6+ Tg7
Na 17…Kh8 18.Dxf6+ Tg7 kan de volgende complexe variant volgen: 19.Ld2 Da1+ 20.Ke2 Dxh1 21.Lh6 Dxg2 22.Pg5 Dg4+ 23.Ke1 Dxg5 24.Lxg5 met een erg onduidelijke stelling.
18.De8+ Kh7

 
19.h4
De aangewezen zet om de aanval voort te zetten.
19…Te7
In de analyse keken we lang naar 19…Dxb4+ 20.Ld2 De7 21.Pg5+ Kh6 22.Dh8+ Kg6 en nu is de winstvariant die het makkelijkst te vinden is 23.g4 fxg5 24.hxg5 Kf7 25.g6+ Kf6 26.g5+ Ke5 27.Th7.
20.Dh5+ Kg8 21.Dg6+ Kh8 22.Dxf6+ Kg8 23.Dg6+ Kh8 24.Th3
Ik had hier de variant die nu op het bord komt berekend (waar een groot lek in blijkt te zitten) en heb daarom weinig naar andere varianten gekeken. Wel zo makkelijk was 24.0–0, waarna de zwartveldige loper beslissend bij de aanval betrokken kan worden.
24…Dxb4+ 25.Ld2 Dxb2 26.Dh5+
Als ik het lek ontdekt had dan had ik wel verder gekeken en 26.Lg5 met simpele winst gespeeld.
[PB: 26…Da1+ 27.Ke2 Db2+ 28.Kf1 Da1+ 29.Pe1]
26…Kg8 27.Tg3+ Tg7 28.De8+ Kh7 29.Pg5+ Txg5 30.Txg5 Db1+ 31.Ke2

 
31…De4+
Dit verliest snel. Na 31…Pd4+ 32.Ke3 Pf5+ 33.Kf4 dacht ik uit de schaakjes te zijn, maar zwart heeft een wonderbaarlijke redding met 33…De4+! 34.Kxe4 Pd6+ 35.Kd3 Pxe8.
Wit moet dus na 31…Pd4+ 32.Ke3 Pf5+ 33.Txf5 spelen. Na 33…Db3+ (33…Dxf5 verliest snel na 34.Lc3) 34.Kd4 exf5 35.Df7+ Kh8 36.Df8+ Kh7 37.Dxf5+ Kg7 heeft wit nog steeds een toren minder, maar doordat de stukken van zwart nog steeds niet ontwikkeld zijn gaat de aanval door: 38.De5+ Kf7 39.Dh5+ Kg8 40.Dg6+ Kh8 41.Lc3 Deze opstelling kan wit altijd bereiken en zwart kan zich alleen redden met 41…d5 42.Kd3+ d4 43.Kxd4 Lf5 44.Dxf5 en er ontstaat een stelling waar de remisemarge erg groot zal zijn door de onveilige koningen.
32.Kf1 1–0
 
Bij de volgende boeiende partij uit SISSA-MuConsult Apeldoorn ging het er vooral om hoe het witte paardoffer op zet 19 moest worden beoordeeld. Weliswaar moedig, maar niet helemaal correct, luidde de conclusie.
 
Maris – Hachijan
1.d4 d6 2.e4 Pf6 3.Pc3 e5 4.Pge2 Le7 5.h3 0–0 6.g4 exd4 7.Pxd4 Te8
Zwart kan ook meteen 7…d5 spelen, zoals Anish Giri in het NK 2012 deed tegen Sipke Ernst.
8.Lg2 d5 9.exd5 Lb4+

 
Ook dit ziet er veelbelovend uit, maar wit blijft overeind:
10.Pde2 Lxc3+
10…c6 11.0–0 Pxd5 12.Pxd5 cxd5 13.Lxd5 Pc6 volgde in een partij Brandenburg-Clemens in het Atlantistoernooi in Groningen 2007, uit de tijd dat de onlangs overleden Jan Colly nog de scepter zwaaide bij dit evenement. Na 14.Pf4 Df6 15.c3 Ld6 16.Ph5 De7 17.Lf4 Lxf4 18.Pxf4 Dg5 19.Df3 Pe5 20.Dg3 had zwart te weinig voor de pion, en Brandenburg won.
11.bxc3 h5!? 12.g5
De computer geeft simpelweg 12.gxh5 Pxh5 13.0–0, waarna wit consolideert met Pg3.
12…Pe4 13.Le3

 
13…Pa6
Een mindere zet, meende Ree. Na 13…c6 14.dxc6 (14.0–0 cxd5 15.Pf4 Pxg5 16.Dxd5 Pxh3+ 17.Pxh3 Dxd5 18.Lxd5 Lxh3 19.Lxb7 Lxf1 20.Lxa8 Lb5 is lastig voor zwart, maar mogelijk keepbaar) 14…Dxd1+ 15.Txd1 Pxc6 heeft zwart wel wat compensatie.
Na 13…Pxg5!? speelt wit 14.Dd4 gevolgd door lange rokade.
13…Lf5!? 14.h4 Pd7 lijkt praktisch gezien het beste. Na 15.Dd4 Pb6 staat het zwarte damepaard beter dan in de partij.
14.Dd4 Lf5 15.h4 Pd6 16.Pg3 Lxc2 17.Pxh5
Rokade was beter; nu kan zwart Pd6 bij de verdediging betrekken.
17…Pf5 18.Df4 De7

 
19.Pf6+?!
Een joyeus idee, maar objectief was 19.0–0 sterker.
19…gxf6 20.gxf6 Da3
Min of meer de weerlegging van het stukoffer was 20…Dxf6 21.Kd2 Kf8!, waarna 22.Kxc2? niet mag wegens 22…Pxe3+ 23.fxe3 Dg6+.
21.Dg4+ Kh7?
Na 21…Kh8! 22.0–0 Df8 heeft zwart betere verdedigingskansen.

 
22.Le4! Dxc3+
De opening van de g-lijn is beslissend: 22…Lxe4 23.Dh5+ Kg8 24.Tg1+.
De pointe van het betere alternatief 21…Kh8! was dat na 22.Le4 Dxc3+ 23.Ke2 zwart het dodelijke schaakje 23…Pd4+! heeft omdat het paard niet gepend staat!
23.Ke2 Dc4+ 24.Kd2
En zwart gaf op; nogal vroeg, maar wel terecht. Op 24…Txe4 25.Dxf5+ Kg8 26.Thg1+ loopt hij mat, en de schaakjes raken op na 24…Db4+ 25.Kc1 Da3+ 26.Kxc2 Da4+ 27.Kc1 Da3+ 28.Kd2 Db4+ 29.Ke2 Dc4+ 30.Kf3.
 
En dit potje uit HMC Calder-Groninger Combinatie had aantrekkelijke motieven, maar de consensus was toch dat zwart te weinig tegenspel had en de winst voor wit dus ‘niet moeilijk genoeg’ was.
 
Broekmeulen – Schippers
1.b3 e5 2.Lb2 Pc6 3.e3 Pf6 4.Lb5 Ld6 5.Pa3 Pa5
“Wat zouden ze hier een eeuw geleden van hebben gedacht?” mijmerde Ree. “Nu is het een normale variant van de 1.b3 opening.’
6.Pf3 De7 7.Pb1
En dit is in de geest van Dick van Geet.
7…0–0 8.d4 e4 9.Pfd2 b6 10.Le2 Te8 11.c4 c5 12.d5 Le5 13.Pc3
Je speelt natuurlijk geen 1.b3 om de fianchettoloper af te ruilen. Later komt die nog aan het woord.
13…Pb7 14.g4!
Ook dit is standaard tegenwoordig, zelfs zonder lange rokade.
14…h6 15.h4

 
15…Pd6
Nu wordt de c8-loper in tegenstelling tot zijn witte collega levend begraven, maar na 15…d6 16.g5 ziet het er gewoon uit dat zwart te laat is met verdedigen.
16.Dc2 Ph7 17.0–0–0
Nu wel natuurlijk, om de tweede toren bij de aanval te betrekken.
17…Lb7 18.Tdg1 a6
Koste wat het kost, hier had zwart een tegenactie op de damevleugel moeten beginnen: 18…b5 19.cxb5 Df6!? maar behalve het stevige 20.Pc4 heeft wit hier ook het gevaarlijke 20.f4! exf3 21.g5! hxg5 22.Dxh7+! Kxh7 23.hxg5+ Kg8 24.gxf6 en wegens mat heeft zwart geen tijd om het stuk op e2 terug te slaan.
Na 18…Lxc3 19.Dxc3 f6 zou het eenrichtingsverkeer worden: 20.g5! met instorting.
19.g5 hxg5 20.hxg5 Pxg5

 
21.f4!
Alle lijnen worden nu met geweld geopend.
21…exf3 22.Pxf3 Lxc3 23.Dxc3 f6 24.Pxg5 fxg5 25.Ld3 Tf8
De lange diagonalen zijn dodelijk. 25…Dxe3+ 26.Kb1 Dd4 kan zwart ook niet redden: 27.Lh7+ Kf8 28.Dh3 en wit wint.
26.Dc2 Dxe3+ 27.Kb1 Tf2 28.Lh7+ Kf8 29.Tf1
Dit moest wit van tevoren wel even zien, hoewel 29.Lxg7+! sneller won: 29…Ke7 (29…Kxg7 30.Dg6+ Kf8 31.Te1) 30.Te1 Txc2 31.Txe3+ Kf7 32.Lxc2 en zwart kan de loper op g7 niet eens terugpakken wegens 33.Te7+ en 34.Txd7.
29…Tf7

 
30.Lxg7+! Kxg7 31.Dg6+ Kf8 32.Dxd6+ De7 33.Txf7+ Kxf7 34.Lg6+
34.Dg6+ was mat op de volgende zet, maar dit was ook voldoende om opgave af te dwingen.
 
In de volgende partij, van nummer 2 in de Meesterklasse LSG tegen de reeds afgetreden kampioen En Passant, won Jelmer Jens met een elegante slotaanval, helemaal uit het boekje. Maar daar ging een dramatisch mislukt openingsexperiment van Richard Vedder aan vooraf.
 
Richard Vedder – Jens

 
Het verschil in stukkenactiviteit is schrijnend.
20…Dg4!
Afleiding van de verdediger.
21.Txe8+ Txe8 22.f3 Lxf3!
Brute vernietiging van het vijandelijke bolwerk.
23.Dxf3 Te1+ 24.Kf2 Lh4+!
Losweken van laatste verdediger, als inleiding voor een Röntgenschaak.
25.g3 Tf1+ 0–1