Waar En Passant het aan het eind van dit seizoen nadrukkelijk liet afweten, bleef één teamlid standhouden: Peng Zhaoqin. Zij won in de slotronde een zeer originele partij van de sterke grootmeester Dimitri Reinderman – zo’n beetje het enige lichtpuntje in de wedstrijd van de titelverdediger tegen Pathena Rotterdam. Het leverde Peng de schoonheidsprijs op. New In Chess beloonde haar moed met het boek ‘Chess for Hawks’ van Cyrus Lakdawala.

Ondanks de zwartkleur trok Peng flink van leer tegen haar grootmeesterlijke opponent met een heel interessant, mogelijk geïmproviseerd nieuwtje op zet 11. Ook de vaste hand waarmee ze de partij hierna naar winst voerde oogstte de bewondering van juryleden Hans Ree en Herman Grooten.
 
Dimitri Reinderman – Peng Zhaoqin
[commentaar door Herman Grooten, tenzij anders aangegeven]
1.c4 e5 2.Pc3 Pc6 3.Pf3 f5 4.g3 Pf6 5.d4 e4 6.Ph4 d6 7.Lh3 g6 8.0–0 Lg7 9.Lg5 0–0 10.Dd2 De8 11.f3

 
11…e3! 12.Dc1
Na 12.Dxe3?! is 12…Pe4 de zwarte pointe, bijvoorbeeld 13.Tad1 (13.fxe4 Lxd4) 13…Lxd4 14.Txd4 Pxg5 met duidelijk voordeel voor zwart.
12.Lxe3? Verliest direct tegen 12…f4!–+.
Waarom deed Reinderman hier niet 12.Dd1 ? vroeg Ree zich af. “Vast om e3 onder schot te houden, maar daar komt dan niets van terecht.” Peng gaf op Schaaksite aan dat ze na 12.Dd1 “dan nog even had moeten uitzoeken hoe verder met de partij”,  en dat ze 12…f4 had willen spelen, maar dat de computer 12…Tf7 aanraadt.
12…Pxd4
Zwart staat hier al heel mooi.
13.Td1
13.Pg2 Pg4 14.fxg4 fxg4 15.Pxe3 gxh3 en zwart staat iets beter (Peng).
13…Ph5 14.Td3
? 14.Pg2 (Peng) 14…De6! 15.Pxe3? h6! (Boel).
14…f4 15.Lxc8 Txc8 16.Lxf4 Txf4!
Een fraai kwaliteitsoffer om louter goede stukken over te houden.
17.gxf4 Pxf4

 
18.Txd4
18.Txe3 Pfxe2+ 19.Pxe2 Pxe2+ 20.Txe2 Dxe2
18.Dxe3 Dxe3+ Dit zou Peng ongetwijfeld gespeeld hebben (de computer vindt 18…g5 zo mogelijk nog sterker). Maar de varianten zijn behoorlijk ingewikkeld. Ik heb het volgende gevonden: 19.Txe3 Pc2 20.Te4 Pxa1 21.Txf4 g5. Het lijkt klaar, maar wit heeft nog een tegentruc: 22.Pf5 gxf4 23.Pe7+ Kf7 24.Pxc8 Ld4+ (dekt a7!) 25.Kg2 Ke6. Nu wordt het paard op c8 ingesloten hoewel dat na 26.Pd5 nog niet evident is. Zwart vervolgt met 26…Pc2! en een van de twee paarden gaat verloren (heel onnauwkeurig is 26…Kd7?! 27.Pce7 c6 28.Pf5 Le5 29.Pb4 en wit blijft doormodderen…): 27.b3 Kd7 28.Pce7 c6. “Toch had wit 18.Dxe3 moeten proberen”, concludeerde Ree.
18…Lxd4

 
Strategisch gezien is de strijd nu gestreden. Zwart heeft haar vreselijk sterke pion op e3 behouden die het witte kamp in twee stukken hakt. Daardoor is het voor wit nauwelijks mogelijk om zijn stukken te laten samenwerken.
19.Pg2 Ph3+
Uiteraard laat zwart niet haar mooie paard op f4 ruilen tegen het ‘onding’ op g2.
20.Kh1 Pf2+ 21.Kg1 Ph3+ 22.Kh1 De5 23.Dc2 Pf2+ 24.Kg1 Ph3+ 25.Kh1 Lxc3
Die zou ik ook gedaan hebben. De dubbelpion is heel lelijk en wit blijft met louter slechte stukken zitten.
Peng zelf geeft een fraai alternatief: 25…Tf8 26.Pe4 Lxb2 27.Tb1 Ld4 28.Txb7? Dxe4!! 29.Dxe4 Pf2+ 30.Kg1 Pxe4 31.fxe4 Tf2–+.
26.bxc3 c6
Tekenend voor Peng is dat ze deze zet een ?! geeft en 26…b6 als beter aangeeft, om alle witte tegenspel eruit te halen.
27.c5 d5 28.Tb1 Tc7 29.Tb4 a5 30.Ta4

 
30…g5!
Sterk gespeeld: de pion ontneemt de velden f4 en h4 aan de witte stukken en ondertussen wordt een torenmanoeuvre naar de h-lijn voorbereid.
31.Txa5 g4!
En nu het eenmaal zo staat, kan het zelfs krachtiger!
32.Ta8+ Kg7 33.Dc1 Te7
Pion e3 moet koste wat het kost gedekt blijven.
34.De1 Pf2+ 35.Kg1 Ph3+ 36.Kh1 Pf2+ 37.Kg1 Te6
Streeft naar h6.
De computer (en ook Peng) vindt 37…Tf7 nog overtuigender, maar dat zijn slechts details.
38.Ta7 Ph3+ 39.Kh1 Pf2+ 40.Kg1
Door alle zetherhalingen heeft Peng de veertigste zet gehaald. Nu kan ze rustig uitpluizen hoe het wint voor zwart.
40…Th6!
Goed gezien.
41.f4
41.Pxe3 Dxh2+ 42.Kf1 Dh1+ 43.Kxf2 g3+ 44.Kxg3 Dh2+ 45.Kg4 Dh4+ 46.Kf5 Tf6+ 47.Ke5 Df4#
 

 
41…Txh2!
En dit helemaal! Ze maakt het elegant uit.
42.Txb7+
42.fxe5 Th1#; 42.Kxh2 Dh5+ 43.Kg3 Dh3#.
42…Kf8 43.Tb8+ Ke7 0-1
De koning zigzagt naar de vijandelijke toren waarna de schaakjes zijn uitgeput.
 
De keuze was niet zo eenvoudig, omdat de volgende partij, ingezonden door de winnaar, ook een prima kandidaat was.
“Een sterk gespeelde opening en een krachtige aanval”, schreef Ree. De jury vond de patronen in de partij van Peng net iets ongewoner en origineler dan deze, maar veel scheelde het niet.
 
Quinten Ducarmon – Iozefina Paulet
(aantekeningen Quinten Ducarmon)
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 a6 4.Pgf3 Pf6 5.e5 Pfd7 6.Ld3 c5 7.c3 Pc6 8.0–0 g5 9.Pb3!
9.dxc5 had ik vorig jaar op het bord in een partij waarin ik al snel goed kwam te staan, maar uiteindelijk verloor. Na die partij zag ik echter dat 9.Pb3 een veel sterkere zet is.
9…h6
9…c4 10.Pxg5 cxd3 11.Pxe6 Db6 12.Pf4 Pe7 13.Dh5 en wit krijgt waarschijnlijk 3 pionnen voor het stuk, met een gevaarlijke aanval.
9…g4 10.Pg5 c4 (10…Tg8 11.f4 h6 12.Pxf7 Kxf7 13.f5 met aanval) 11.Lxh7 Pdxe5 12.dxe5 cxb3 13.Lf4 Lg7 14.Te1 Pxe5 15.Txe5 Lxe5 16.Lxe5 f6 17.Lg6+ Ke7 18.Pf7 Dg8 19.Ld6+ Kd7 20.Pxh8 Kxd6 21.Pf7+ 1–0 Bok-Deglmann, Deizisau 2012.
10.Pxc5 Pxc5 11.dxc5 Lxc5
Hier kende ik het niet meer en twijfelde ik of 12.De2 of 12.h3 nauwkeuriger was. Uiteindelijk besloot ik om 12.De2 te doen, aangezien 12…g4 me geen dreiging leek.
12.De2 Dc7
12…g4 13.Pd2.
13.h3
Nu besloot ik het wel te spelen, om even af te wachten wat zwart van plan was.
13…Ld7 14.Te1 Le7

 
Beide partijen hebben nu best wat nuttige zetten gedaan zonder zich heel erg te commiteren. Hier komt 15.Ld2 natuurlijk het meest in aanmerking, en dit is in eerste instantie ook de eerste zet van de computer. Het nadeel is echter dat wit een belangrijk tempo verliest als zwart lang rokeert, iets wat vrij cruciaal kan zijn in dit soort stellingen.
15.b4!?
Ik had hier een interessant idee gezien na het zeer logische 15…Pa7, wat een dubbele dreiging lijkt te hebben. De pion op c3 hangt en Lb5 ‘dreigt’ om de goede loper van wit af te ruilen.
Echter, na een korte analyse met de computer lijkt 15.Ld2 toch een meer dan prima zet: 15…0–0–0 16.b4 f6 17.exf6 Lxf6 18.a4 e5 19.b5 e4 20.bxc6 Dxc6 21.Pd4 Lxd4 22.cxd4 exd3 23.Dxd3 en hier moet wit de betere perspectieven hebben vanwege zijn veiligere koning en de ongelijke lopers.
15…Pa7 16.a4!
Het idee. Ik geef een pion om te zorgen dat zwart er niet met haar stukken uit kan komen, het is veelzeggend dat het paard op a7 een figurant blijft in deze partij.
16…Dxc3 17.Ld2 Dc7 18.b5
Belangrijk om niet met Tc1 een tempo te ‘winnen’, aangezien het helemaal niet duidelijk is dat de toren op c1 beter staat dan op e1 of a1.
18…a5 19.Pd4 Dd8 20.Dh5 Lc5

 
20…Lb4 was de zet die ik voornamelijk had verwacht, maar nu dacht ik dat wit twee goede mogelijkheden had. Het sterkste leek me echter om net als in de partij te spelen: 21.Lxb4 axb4 22.Pf5! exf5? 23.e6 Df6 24.exd7+ Kxd7 25.Df3 en de zwaktes gaan zwart teveel worden, zeker met het paard op a7 dat totaal niet bijdraagt aan het spel.
21.Pf5! Db6 22.Le3
De computer geeft aan dat 22.Pg7+ ook wint zonder al te veel problemen, maar ik had eigenlijk voornamelijk naar 22.Le3 gekeken: 22…Kf8 23.Lxg5 Lxf2+ 24.Kh1 Lxe1 25.Txe1 en wit zal winnen in de aanval, er staan te veel stukken op de koning gericht.
Ik dacht dat 22.Lxg5 direct niet zo duidelijk was, maar de computer geeft alsnog wel groot voordeel, al is de tekstzet sterker: 22…Lxf2+ 23.Kh1 exf5 24.e6 Lxe6 25.Lxf5 Lxe1 26.Txe1±
22…d4

 
23.Lxg5 exf5 24.e6
24.Lf6? is minder goed, aangezien ik nu de toren naar f8 lok en veld f7 gedekt staat. Wit moet nog steeds winnen, maar het geeft zwart weer een mogelijkheid: 24…Tf8.
24…Lxe6 25.Lxf5 hxg5
25…Kd7 26.Dxf7+!
26.Dxh8+ Kd7
26…Lf8 27.Txe6+! fxe6 28.Te1 en zwart kan gewoon niets doen, na lange rokade verliest ze de dame met 29.Txe6.
27.Lxe6+ fxe6 28.Dxa8 Pc8 29.Tac1 Pd6 30.Dg8 Pf5 31.Txc5 Dxc5 32.Dxe6+ 1–0
 
De volgende partij werd ingezonden door een grootmeester, maar komt uit de wedstrijd Voerendaal 2-DD in de krochten van 2D, waar John van der Wiel 7 uit 9 scoorde.
 
John van der Wiel – Marcel Frenken
[analyses John van der Wiel]
Grooten noemde dit een modelpartij. “Je zou er bijna geen Siciliaans meer door durven spelen, in ieder geval niet tegen John, zo hard gaat het toe”, luidde het commentaar van Ree. De inzender zelf sprak van “een fijn partijtje in Jugendstil”.
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 d6 6.f4 a6 7.Df3 Dc7 8.Le3 b5 9.Ld3 Lb7 10.g4 Pc6 11.g5 Pd7 12.0–0!
Voor het eerst door Sigurjonsson gespeeld in 1981. De zet krijgt een uitroepteken van Van der Wiel, hoewel de lange rokatie populairder is.
12…Pxd4
12…Le7 is hier driemaal gespeeld, en ligt meer voor de hand.
13.Lxd4 Pc5 14.b4!? Pxd3 15.cxd3

 
15…Lc6
Slecht is 15…e5? 16.fxe5 dxe5 17.Lxe5 Dxe5 18.Dxf7+ Kd8 19.Dxb7 (Van der Wiel).
16.Tac1 Db7 17.Dh3 Ld7 18.f5 e5

 
19.Pd5! Lc6
19…exd4 20.Tc7 Db8 21.g6! met winnend spel. Indien 21…fxg6 dan 22.Txd7! (Van der Wiel).
20.Txc6! Dxc6 21.Le3
Dreigt 22.Tc1. Het schitterende paard op d5 doet zijn werk, schreef Grooten.
21…Tc8 22.g6 f6
Na 22…h6 beslist 23.f6 de strijd (Van der Wiel).

 
23.Dxh7! 1–0
 
Dan nog een ‘partij van één zet’, zoals de term luidt die Sosonko ervoor bedacht. Uit het treffen tussen MuConsult Apeldoorn en HMC Den Bosch.
 
Mischa Senders – Arthur van de Oudeweetering
 

 
Wit staat niet denderend en speculeert:
17.Pg6!? Tg8?
En de bluf werkt! Na 17…Pf6 18.Txe6 fxg6! is het veel minder duidelijk omdat de loper gedekt kan worden door het paard op d5. Er zou kunnen volgen: 19.Lf4 Pd5 20.Txc6 Pxf4 21.gxf4 Da5 (e1 dekken) 22.Txg6 Db4!? (22…Da4 23.De3 Dd7 is veiliger, bijvoorbeeld 24.De5 Tg8 25.Te1 Kf7 26.Te6 Lf6 en wit heeft nog wel genoeg voor het stuk, maar niet meer) 23.Dd5 Td8 24.Dh5 0–0 25.Txh6 gxh6 26.Dg6+ met remise!
18.Txe6!
Onmiddellijk winnend, want nu heeft zwart geen verweer tegen het geweld over de e-lijn.
18…fxg6 19.Lf4 Tf8
Nu kan wit na 19…Pf6 het paard slaan omdat de toren op g8 hangt, maar eerst 20.Tae1 is nog erger.
20.Tae1 Tf7 21.De3 1–0